De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) laat de Tweede Kamer weten dat het langer bewaren van politiegegevens dan wettelijk toegestaan, niet kan. De politie overschrijdt nu namelijk de wettelijke bewaartermijnen van gegevens over miljoenen onschuldige mensen, met grote risico’s voor degenen over wie die gegevens gaan. Als de Kamer wil dat die gegevens langer worden bewaard, kan dat alleen als de wet wordt aangepast. Verschillende Tweede Kamerleden riepen de minister juist op de gegevens niet te vernietigen.

De Raad van State adviseerde het ministerie van Justitie en Veiligheid eerder ook al ervoor te zorgen dat de politie zich aan de wet houdt op dit punt.

In een brief aan de Kamer wijst de AP erop dat het van groot belang is dat de overheid – en zeker de politie – zich aan de wet houdt. En dat deze gegevens niet nodig zijn voor onderzoek naar ‘cold cases’ maar er wel grote risico’s voor miljoenen Nederlanders aan kleven als de politie zich niet aan de bewaartermijnen houdt.

Het gaat om veel gegevens waarvoor niet kan worden aangetoond dat langer bewaren meerwaarde heeft. Het gaat nadrukkelijk niet om gegevens die onderdeel uitmaken van onderzoeken naar cold cases of gegevens over bijvoorbeeld DNA-sporen.

Deze gegevens moeten volgens de wet na vijf jaar worden verwijderd uit de dagelijks gebruikte politiesystemen en na tien jaar helemaal worden vernietigd. Maar de politie doet dit al vele jaren niet meer.

AP-voorzitter Aleid Wolfsen: “De wet geldt ook voor de politie. Het is onaanvaardbaar dat de politie de wet structureel overtreedt. De grondrechten van een zeer grote groep mensen zijn hier in het geding. Bovendien kleven er aan zo lang bewaren van politiegegevens concrete risico’s voor de mensen van wie deze gegevens in de politiesystemen staan. Bijvoorbeeld wanneer gegevens over hun privéleven in verkeerde handen vallen door misbruik of door datalekken.”

Alles bij de bron; Beveiliging