Ze heeft een hekel aan de herfst. Het kost steeds meer moeite om uit bed te komen en ze komt haar appartement nauwelijks meer uit. Ze hangt voornamelijk op de bank en streamt wat video’s. Ze zou eigenlijk meer moeten bellen en chatten, maar wat als iemand dan vraagt hoe het met haar gaat? Dan maar even niks. Sensoren in haar telefoon geven aan dat ze al dagen nauwelijks actief is en dat ze veel in het donker zit. Gps vertelt dat ze niet buiten is geweest. In de microfoon klinkt haar stem mat en volgens het logboek maakt ze nauwelijks contact. Een getraind AI-netwerk trekt uit al die gegevens de conclusie dat ze mogelijk afglijdt naar een depressie.

Klinkt dat als sciencefiction? Niet voor de ontwikkelaars van ‘digital phenotyping’ of ‘personal sensing’; een continue meting op afstand van individueel gedrag aan de hand van data van persoonlijke gadgets zoals smartphones en gezondheidshorloges.

Feit is dat surveillance via smartphones al voor diverse gedragsproblemen wordt uitgeprobeerd zoals verslaving, autisme, posttraumatische stress, schizofrenie, stemmingsstoornissen, slaapproblemen en suïcidepreventie. En de lijst is langer.

Promovendus Karin Bogdanova baseert zich op de zorgethiek van Joan Tronto die de vier pijlers van zorg definieerde: reactievermogen, verantwoordelijkheid, oplettendheid en vakbekwaamheid.

Als antropoloog op het gebied van wetenschap en technologie ontwikkelt Bogdanova zelf geen AI-applicaties maar werkt ze aan een kader voor de toepassing van AI in de psychiatrie. 

“Ik ben er geen tegenstander van. Ook al weet ik dat er veel te doen is over privacy, autonomie van patiënten en het geven van toestemming voor het gebruik van data. Waar ik me wel tegen verzet is het idee dat de interpretatie van telefoondata een objectieve maat zou zijn voor gedrag, of dat AI de crisis in de geestelijke gezondheidszorg zou kunnen oplossen.”

Bogdanova ziet ook ideeën die wel tot positieve sociale veranderingen kunnen leiden. Een voorbeeld is de verbeterde toegang tot psychiatrische hulp voor patiënten in nood. “In plaats van een jaar te moeten wachten voor een persoon met suicidale gedachten kan digital phenotyping helpen vaststellen dat er haast bij is en snel een afspraak maken met een professional. Je kunt je voorstellen dat de patiënt een app opent die, op basis van geïnterpreteerd gedrag, directe toegang geeft tot de zorgverlener en de starre zorginfrastructuur omzeilt.”

Nu informatietechnologie in rap tempo de zorg verandert, is het volgens Bodanova hoog tijd om na te denken over de richting van de verandering. “Krijgen patiënten wel zeggenschap over hun eigen gegevens, wat wordt de rol van verpleegkundigen, en hoe komt een diagnose tot stand? Over die vragen moeten we goed nadenken voordat allerlei persoonlijke gegevens in het zorgsysteem opgenomen worden. Want ik denk wel dat dat gaat gebeuren.”

Alles bij de bron; Delta-TU-Delft