De invloed op onze maatschappij van internetreuzen zoals Facebook en YouTube wordt almaar meer ter discussie gesteld. Maar het publieke debat richt zich nog te weinig op de structurele tekortkoming van de online economie, namelijk het gebrek aan controle van gebruikers over hun eigen data. Dat model moeten we dringend herzien.

Met de intrede van het nieuwe millennium veranderde onze digitale communicatie naar een gecentraliseerd systeem waarbij het bewaren en uitwisselen van informatie plaatsvindt op de servers en platformen van een handvol technologiebedrijven. Op zichzelf hoeft centralisatie geen probleem te zijn. Soms wil je als gebruiker gewoon de meest gemakkelijke en betrouwbare optie. De situatie verandert echter wanneer we niet meer kunnen kiezen welk platform we gebruiken, zoals in het geval van socialenetwerksites als Facebook.

De huidige marktleiders doen er alles aan om hun monopolie te behouden en de introductie van nieuwe platformen te verhinderen. Van netwerk veranderen is zo goed als onmogelijk aangezien we onze berichten, foto’s en contacten niet kunnen meenemen naar een ander platform. Niet alleen hebben we geen controle over onze eigen data, ook communicatie van het ene netwerk naar het andere is uitgesloten. Eigenlijk is dat oneerlijke concurrentie.

Om die scheefgegroeide machtsverhouding recht te trekken, moeten we onze data terugeisen. Samen met internetpionier Tim Berners-Lee werk ik aan digitale datakluizen die het mogelijk zullen maken om onze gegevens op een veilige manier te bewaren en informatie te delen met contacten die niet op hetzelfde platform zitten. De kern van de zaak wordt uiteindelijk niet veroorzaakt door een enkel sociaal netwerk, maar door de hypercentralisatie van gegevens en gebruikers, en bijgevolg van macht. De eerste stap naar een oplossing is om elk individu de controle te geven over zijn of haar eigen gegevens, bijvoorbeeld door met persoonlijke datakluizen te werken.

Alles bij de bron; NRC