Zo langzamerhand is iedere mens een winkel met een etalage. En het tragische is: hij denkt dat hij de eigenaar is, maar hij is slechts de franchisenemer. De alleenstaande vader uit Twente die foto’s van zijn tweejarige zoon op Facebook zette, had dat nog niet door. Hij wist niet dat de foto’s van zijn zoontje kunnen worden gebruikt in de advertenties waarmee Facebook zijn diensten betaalt: touroperators, tuinstoelenverkopers, speelgoedfabrikanten. Tot deze week.
De rechtbank in Almelo oordeelde dat de vader geen foto’s meer van zijn zoon via Facebook mag verspreiden. Dat had de moeder, die het ouderlijk gezag heeft, geëist. „Op het moment dat een foto op Facebook staat, is deze eigendom van Facebook”, schrijft de rechter in de beschikking. „Facebook kan de foto doorverkopen aan derden.”
De handelwijze van de vader tekent de intense nonchalance waarmee we het meest intieme van onszelf aan de openbaarheid zijn gaan blootgeven. Voor gewone mensen is privacy hooguit een waarde in de immateriële betekenis van het woord. Voor bedrijven als Facebook is het een businessmodel. Dat heeft zijn klanten tot product verheven.
Alles bij de bron; NRC