We zijn allang niet meer eigenaar van de hele auto, de hele robotstofzuiger of de hele televisie. Al die (slimme) apparaten genereren data waar in veel gevallen alleen de fabrikant bij kan.
Om daar verandering in te brengen presenteerde de Europese Commissie in februari de Data Act of datawet. Een wetsvoorstel om te verankeren wie wat mag met welke gegevens. Daarbij gaat het om data van slimme apparaten: meer persoonlijke gegevens (bestelgeschiedenis van een webshop, reisgegevens van een ov-kaart) vallen onder andere wet- en regelgeving.
De Europese lidstaten en het Europees Parlement onderhandelen momenteel over het voorstel, zij moeten het goedkeuren. Tot die tijd is het onduidelijk wat de impact voor bedrijven en consumenten precies zal zijn. Grofweg leunt de wet op deze drie pijlers.
1. Laat de gebruiker van een slim apparaat bepalen wie bij de gegevens kan. Daarbij gaat het om data die het apparaat zelf genereert en om zogenoemde metadata: gegevens over de werking van een slim apparaat.
2. Laat overheden gegevens opvragen van apparaten in ‘buitengewone omstandigheden’. Het overgrote deel van Nederland loopt constant met een pakket aan sensoren en gps-gegevens rond in broekzak of tas: een smartphone. ...In dat soort ‘buitengewone omstandigheden’ moeten overheden gegevens van onze apparaten kunnen opvragen.
Dat mag alleen als er geen andere manier is om bij de gegevens te komen. En Apple en Google, die de markt voor software voor mobiele telefoons beheersen, mogen er geen geld voor vragen. De vraag is nog wel wat die buitengewone omstandigheden precies zijn. Bestrijding van misdaad is dat expliciet niet, in deze wet. Een volgende pandemie vermoedelijk wel.
3. Versoepel de gegevensoverdracht tussen diensten. Stap je over van de ene naar de andere, dan moet de overgang naadloos zijn. Alle technische, contractuele en commerciële obstakels moeten verdwijnen, zei EU-commissaris Margrethe Vestager van Digitale Zaken bij de presentatie van de wet.
De consequentie van deze regels rondom interoperabiliteit, zoals het heet, is dat er standaarden komen voor de opslag en uitwisseling van gegevens. Zodat overstappen van bijvoorbeeld het kantoorpakket van Microsoft naar dat van Google een fluitje van een cent wordt. Dan moeten die bedrijven, in de woorden van Vestager, wel eerst dezelfde taal spreken.
Alles bij de bron; Volkskrant