Naakt of dronken op internet, beelden die nooit zullen verdwijnen: kunnen we er eindelijk eens ontspannen mee omgaan, vraagt redacteur Kristel van Teeffelen zich af. Zoveel mensen hebben immers online-smetjes.

Vraag deskundigen naar de noodzaak van privacy online, en steevast duikt de toekomstige werkgever op als schrikbeeld. Tot in den treure wijzen ze jongeren op de gevaren van dat niets vergetende internet.

Jongeren die wél online sporen achterlaten die niet voor de ogen van de werkgever bedoeld zijn - of van hun ouders, leraar of welke volwassene in hun omgeving dan ook - heten dom of naïef. Maar zijn die oordelen wel terecht? Jongeren overzien de gevolgen van hun acties soms niet helemaal - dat heet puberteit. 

De vraag komt voort uit het feit dat internet nou eenmaal moeilijk vergeet. Als je een foto van je facebook- of twitterprofiel verwijdert omdat die de volgende ochtend toch niet zo geschikt blijkt, is die mogelijk al lang gedeeld, gekopieerd of gedownload door anderen. Dat is de realiteit, ook voor tieners die opgroeien met sociale media en nog niet nadenken over de consequentie van een 'post'.

...Specialist op het gebied van jongeren en privacy is de Amerikaanse onderzoekster Dana Boyd. Zij schreef het boek 'It's complicated', waarin zij direct een aanname van veel volwassenen onderuit haalt: het feit dat jongeren zoveel met elkaar delen via sociale media - die geinige foto, een schunnige opmerking, of die blootfoto - betekent niet dat zij privacy niet belangrijk vinden. Zich bewegen op sociale media is voor hen simpelweg een onderdeel van het dagelijks leven, het is een plek waar ze elkaar ontmoeten, waar ze hun identiteit ontdekken en grenzen verkennen.

Dat ze daarbij wel eens dingen doen waar ze later spijt van krijgen, betekent niet dat ze dom zijn, benadrukt Boyd. Via de e-mail vult ze aan: "De meeste tieners gaan ervan uit - net als de meeste volwassenen overigens - dat ze beelden online delen in vertrouwen of in een vertrouwde omgeving. Ze kunnen zich niet voorstellen dat mensen dat vertrouwen beschamen. We focussen ons te veel op de online-naïviteit van tieners, terwijl volwassenen net zo erg zijn. Ook volwassenen delen seksueel getinte foto's, zelfs politici of beroemdheden komen daardoor weleens in de problemen. 

Dat is nog een beeld dat Boyd onderuit haalt in haar boek: jongeren van nu zijn dan wel groot geworden met sociale media, dat betekent niet dat ze technologie door en door begrijpen. Net als veel volwassenen snappen tieners de privacy-instellingen van Facebook en de gevolgen daarvan ook niet precies.

Dit wordt bevestigd door het promotieonderzoek van Wouter Steijn aan de universiteit van Tilburg. Zijn conclusie: dat jongeren die opgroeien met internet meer van zichzelf delen, komt doordat ze zich in hun levensfase gewoon met andere dingen bezighouden dan volwassenen. Steijn gaat ervan uit dat als jongeren opgroeien, hun houding ten opzichte van privacy ook meegroeit. "We moeten niet bij voorbaat het gedrag van jongeren interpreteren als een verminderde behoefte aan privacy. Met het ouder worden veranderen hun prioriteiten online. En daarmee de houding ten opzichte van wat voor informatie mensen willen delen."

Om zich tegen die realiteit te wapenen, passen jongeren hun gedrag aan, denkt Sander Duivestein, trendwatcher en werkzaam bij IT-dienstenleverancier Sogeti. "De app Snapchat, waar een verstuurde foto na enkele seconden verdwijnt, is niet voor niets razend populair. Natuurlijk is dat systeem niet waterdicht, je kunt bijvoorbeeld een screenshot maken. Maar het sluit beter aan bij hoe we als mens zijn. Dat gesprekken en momenten vluchtig zijn en dat we er niet op zitten te wachten dat mensen daar over tien jaar nog eens krampachtig over gaan doen."

Om te voorkomen dat we ons later moeten generen over onze online-jeugdzonden, gaan we dus ons gedrag aanpassen. Daarmee blijft de waarschuwing dat je moet oppassen met wat je online zet omdat dat je later nagedragen kan worden, dus van kracht. Dat is iets heel anders dan accepteren dat er van iedereen wel een onwelgevallig foto of post op internet te vinden is.

Filosoof Becker brengt het volgende in; "Een belangrijk aspect van onze omgangsvormen is dat we telkens weer fris tegenover elkaar kunnen staan. Dat wil zeggen dat als iemand één keer in het verleden iets doms heeft gedaan, we dat niet bij elke ontmoeting opnieuw leidend maken. Dat aspect komt onder druk te staan nu het internet niet vergeet en die informatie ook nog eens voor iedereen toegankelijk is. Het verandert de dynamiek in de samenleving en het is de vraag of we dat willen."

Daar gaat het om: willen we leven in een maatschappij waarin iemand afgerekend wordt op iets doms dat hij als tiener online heeft gezet? Geen maatschappelijke organisatie, wetgeving of commerciële partij zou dat voor ons mogen bepalen, vindt Becker. Dat is aan de samenleving zelf.

Alles bij de bron; Trouw