De Nederlandse regering heeft zijn zorgen geuit naar de nieuwe voorzitter van de EU, Cyprus, over een discrepantie in de Europese regelgeving op het gebied van databescherming via de Data Protection Regulation en de Data Protection Directive. Beide regelingen zouden niet goed op elkaar aansluiten, waardoor overheidsinstellingen die niet behoren tot opsporingsdiensten maar wel opsporingsbevoegdheden hebben in een juridische spagaat komen te zitten.

Instellingen zoals de Douane, de Belastingdienst en grensbewaking hebben in hun uitvoeringstaken volgens de Nederlandse regering te maken met zowel de strafrechtelijke bepalingen wat betreft dataprotectie als met de bestuursrechtelijke. Maar het is onduidelijk waar de scheidslijn ligt tussen beide soorten recht, daardoor ontstaat er een grijs gebied waarin onduidelijk is welk recht van toepassing is.

Sophie in 't Veld, namens D66 lid van het Europees Parlement, ziet in de Nederlandse reactie duidelijk een poging de bevoegdheden van de Belastingdienst en de Douane op te rekken naar het niveau van politie en justitie. "Den Haag vindt dat de regels die gelden voor het bedrijfsleven niet hoeven te gelden voor de overheid", zegt ze. "De regering wil alle overheidsdiensten verregaande bevoegdheden geven in de omgang met data." Volgens haar zou de overheid zichzelf juist enige restrictie hierin moeten opleggen, zoals dat in de huidige Europese Directive staat omschreven.

Alles bij de bron; webwereld