In een interview wekt de scheidend voorzitter van de commissie die toezicht moet houden op de geheime diensten, de indruk dat het risico van inbreuken op de privacy bij commerciële bedrijven ligt. Met deze volstrekt onbegrijpelijke uitspraak wil Van Delden de aandacht afleiden.

Natuurlijk, het klopt dat op grond van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens de telefonie- en internetaanbieders een half tot een heel jaar bewaren met wie je wanneer contact hebt gehad en waar je was. Dit is een verplichting die ongetwijfeld ook door de geheime diensten warm welkom is geheten. De aanbieders waren destijds wél fel gekant tegen de introductie ervan.

Overigens mogen die aanbieders niet vertellen hoe vaak de geheime diensten bij hen gegevens vorderen. We moeten daarom ook zo snel mogelijk af van die Europese regels die ons verplichten om dat te doen. Maar de inbreuk van het opslaan wordt alleen maar groter als opsporings- en geheime diensten in ruime mate in die opgeslagen informatie neuzen. De wet geeft de diensten daar alle ruimte voor.

Alles bij de bron; BoF