De Europese bewaarplicht, die providers verplicht om gegevens over telefoongesprekken en e-mailverkeer op te slaan, is in strijd met het Europese Handvest voor de grondrechten. Dat stelt advocaat-generaal Cruz Villalón van het Europese Hof donderdag. Volgens hem wordt de privacy onvoldoende gewaarborgd.

Providers moeten onder de bewaarplicht 'metadata' over internet- en telefoonverkeer bewaren. Inhoud van gesprekken wordt niet geregistreerd. In Nederland moeten telecombedrijven die gegevens twaalf maanden bewaren. Gegevens over internetverkeer, zoals e-mailadressen en IP-adressen van gebruikers, moeten zes maanden worden bewaard. Justitie kan de gegevens opvragen voor gebruik in strafzaken en om terrorisme te bestrijden.

Alleen Nederlandse providers vallen onder de wet, dus gegevens over webmail van bijvoorbeeld Google of Microsoft worden niet bewaard.

De advocaat-generaal stelt dat de techniek het privéleven van een persoon uitgebreid in kaart kan brengen, "of zelfs een volledig en precies beeld kan schetsen van zijn privé-identiteit". Ook is er gevaar dat misbruik wordt gemaakt van bewaarde gegevens, stelt Villalón. "Deze gegevens worden namelijk niet bewaard door de autoriteiten of zelfs maar onder hun directe toezicht, maar door de aanbieders van elektronische communicatiediensten zelf."

"Bovendien bepaalt de richtlijn niet dat gegevens op het grondgebied van een lidstaat moeten worden bewaard. Deze gegevens kunnen bijgevolg worden opeengestapeld op onbepaalde plaatsen in de cyberspace." Villalón zegt wel dat de richtlijn "een geheel legitiem doel nastreeft", maar dat de voorwaarden niet juist zijn. Zo is de Europese maximumtermijn van twee jaar voor het bewaren van gegevens volgens hem te lang.

Alles bij de bron; NU