De mensen zeiden per referendum dat ze niet wilden dat de autoriteiten massaal en ongericht hun communicatie kunnen aftappen, de minister verzekerde dat dit niet ging gebeuren (al liet de wet daar gewoon ruimte voor), de Tweede Kamer liet zich overtuigen. Vier jaar later hebben veel gespecialiseerde Kamerleden van toen het parlement verlaten, is de minister van toen verwarde stukjes gaan schrijven in een krant, en is het sleepnet dat niet zou komen er toch gekomen. Gewoon omdat het kan.....

...Het is een oerbeginsel: zodra iets kan dat niet streng verboden is, zijn de krachten die loskomen om het ook daadwerkelijk te doen niet te houden.

De rupsjes-nooit-genoeg van de diensten hebben het tij mee. Zeggen vol overtuiging dingen als: we worden er alleen maar veiliger van. En de autoriteiten hebben het beste met iedereen voor. En nette mensen hebben niks te verbergen. En hé, het is oorlog met de Rus.

Juist die oorlog maakt deze casus zo boeiend. Want die strijd steunen we uit alle macht om iets te verdedigen. De wereldorde, de internationale rechtsorde, de beschaving, de vrijwaring van despoten die vrijheden en burgerrechten bedreigen, de afspraak dat de dingen niet verdeeld worden conform de logica van degene met de grootste bek.

‘Onze manier’ is leven met een betrouwbare overheid die ervan doordrongen is dat ze er voor de burger is in plaats van omgekeerd. Eentje die in toom kan worden gehouden door ons. Zich diep schaamt voor ontsporingen van het systeem (zie: jeugdzorg, zie: het gesneefde Systeem Risico Indicatie, zie: toeslagenschandaal, zie: de ‘buikpijndossiers’ waar rechters onlangs voor waarschuwden). Een overheid die zich laat corrigeren. Die zich niet zonder noodzaak in alle kieren van ons bestaan wringt.

Bij onze manier van leven hoort een parlement dat zegt: we mengen ons actief in de oorlog omdat er verschrikkelijk veel is om voor te vechten en omdat we uit alle macht niet willen worden wat we bestrijden. Daarom zijn we woedend over ongericht slepen.

Alles bij de bron; Volkskrant