Hoe ver mag de overheid gaan om de veiligheid van burgers te waarborgen? Deze vraag staat, ook door de oproep tot een referendum, terecht weer op de agenda. Een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is hard nodig, maar roept in de voorgestelde vorm vragen op als het gaat om de effectiviteit van het toezicht en de rechtspositie van de burger. De discussie is niet óf privacy óf veiligheid, maar privacy én veiligheid. Dat moeten we goed regelen...

...De nieuwe wet moet volgens het Rathenau Instituut in samenhang gezien worden met andere bevoegdheden van de overheid; bijvoorbeeld de bevoegdheden van de politie. Daarnaast zijn de verantwoordelijkheden van grote technologiebedrijven voor veilige software en digitale apparatuur van belang en de manier waarop zij omgaan met onze data. Ook overheidsdiensten, zoals ziekenhuizen en gezondheidscentra, die veel van onze data beheren, zijn verantwoordelijk voor onze privacy en de veilige omgang met gegevens. En burgers zelf kunnen nog veel meer doen om verantwoordelijk om te gaan met hun data ten behoeve van hun eigen veiligheid en privacy. Het Rathenau Instituut concludeerde dit eerder dit jaar in het rapport ‘Een nooit gelopen race’ en stelde een samenhangend pakket maatregelen voor op basis van intensieve stakeholderconsultatie. Uitbreiding van bevoegdheden van inlichtingendiensten alleen, is dus niet het antwoord op toegenomen dreigingen. Waar bevoegdheden wel uitgebreid worden, vraagt dat tegelijkertijd om meer toezicht en een betere rechtspositie van de burger. De bevoegdheden moeten ook gezien worden in samenhang met de verantwoordelijkheden van bedrijven en burgers...

...Een belangrijk bezwaar is dat burgers niet weten wanneer ze kunnen worden afgeluisterd. Burgers weten dus ook niet wanneer ze daarover zouden moeten gaan klagen. Ook ‘onschuldige burgers’ worden immers meegenomen in de grootschalige data-analyse van het ‘sleepnet’. De inlichtingendiensten hebben vooraf weliswaar toestemming nodig van de minister en de nieuwe toetsingscommissie, de TIB. Maar de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten CTIVD toetst de zoekactie pas achteraf. De CTIVD is ook de instantie waar burgers zich kunnen beroepen. De Raad van State en de CTIVD zelf hebben zich kritisch uitgelaten over de effectiviteit van het toezicht. De CTIVD vindt dat er onvoldoende waarborgen zijn, gezien de reikwijdte van de nieuwe bevoegdheden. Burgers weten de CTIVD niet zomaar te vinden, als ze al weten of ze zijn afgeluisterd.

Ook het Rathenau Instituut heeft in het verleden altijd aandacht gevraagd voor de rechtspositie van burgers. Die moet versterkt worden zodra de bevoegdheden van de overheid uitgebreid worden.

Alles bij de bron; RathenauInstituut