AIVD en politie luisteren journalisten en hun bronnen af. Wie durft er dan nog met de pers te praten?...

...Tappen kan in een kwartier geregeld zijn

Elke Nederlandse telecomprovider is aftapplichtig. De bedrijven moeten op verzoek een kopie van elk gesprek kunnen sturen naar opsporingsdiensten. De diensten slaan de tapgesprekken op hun eigen servers op. Degene die getapt wordt merkt hier niks van .

Ronald Prins van Fox-It, specialist in veiligheidstechnologie: „Een tap kan in een kwartier geregeld zijn. Degene die een tap wil plaatsen, gaat naar de officier van justitie en die gaat naar de rechter-commissaris. Als die toestemming geeft, komt dat via de tapfaciliteit van de politie bij de telecomaanbieder. De taps worden naar de centrale in Driebergen gestuurd . ” Taps worden eerst opgenomen en later pas afgeluisterd. „Maar in spoedgevallen – of als er toevallig iemand in de tapkamer zit, die niets te doen heeft - kun je ook live meeluisteren...

Ja, journalisten in Nederland worden afgeluisterd. Onduidelijk is hoe vaak. Dat de politie in totaal per jaar zo’n 25.000 telefoons tapt is bekend – maar de cijfers van de inlichtingendiensten AIVD en MIVD zijn ‘staatsgeheim’. AIVD-woordvoerder Martinette Bemelmans: „Wij zeggen nooit óf we mensen afluisteren, en ook niet hoeveel.” De laatste keer dat de minister tapcijfers van de diensten bekendmaakte, was in 2009: in totaal respectievelijk 1.078 en 53 taps. Onbekend is hoeveel journalisten daartussen zaten, maar dat gesprekken tussen journalisten en hun bronnen door de inlichtingendiensten worden afgeluisterd staat vast.

Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) schendt de Nederlandse staat daarmee de persvrijheid. De minister gaat nu de wet veranderen om journalisten en hun bronnen beter te beschermen. Journalistieke organisaties hebben kritiek op die nieuwe regels. Ze gaan niet ver genoeg, of ze werken averechts. De Tweede Kamer praat op 27 mei over de wetsvoorstellen.

Alles bij de bron; NRC