In het Nederlandse inlichtingenbestel dreigt na het debacle van minister Plasterk eveneens een verkeerde conclusie te worden getrokken. De minister zegt te hebben geleerd dat hij voortaan maar beter zoveel mogelijk zijn mond kan houden over de AIVD, en daar zal de Kamer hem wel aan houden. Dit is echter ongezond, zowel voor de AIVD als voor de Nederlandse democratie.
De inlichtingenwereld staat voor een aantal fundamentele uitdagingen waarover binnen de diensten zelf, maar ook binnen de Nederlandse politiek en samenleving, een stevig debat moet worden gevoerd...
...Nog enkele prangende vragen: is het nog mogelijk grenzen te stellen aan de technische middelen die diensten inzetten? Of moeten ze technologisch alles kunnen wat denkbaar is, omdat ze ‘anders op achterstand raken’? En wat als het straks technologisch mogelijk wordt om in het brein van mensen te kijken? Moet dat dan ook maar kunnen? Of gebeurt dat uitsluitend in totalitaire staten? Hoe gaat een inlichtingen- of veiligheidsdienst om met geautomatiseerde processen waarin nog maar weinigen weten of snappen wat de oorspronkelijke algoritmen zijn waarop de besluitvorming is gebaseerd (‘u bent een staatsvijand omdat het systeem het zegt: nee dat kunnen wij niet voor u veranderen’) ? We zullen een balans moeten krijgen van internationale samenwerking van inlichtingendiensten en nationale soevereiniteit.
Alles bij de bron; NRC [DigiAbo]