De NSA stelt dat Nederland honderd keer vaker zijn eigen burgers afluistert dan de Verenigde Staten doet. De regelgeving en het justitiële toezicht zouden veel beter geregeld zijn in de VS dan in Europa. Maar het zit niet zo simpel in elkaar als het lijkt.
De Amerikaanse inlichtingendienst baseert zich hierbij op onderzoek van het Max Planck Instituut. Het blijkt echter te gaan om zeer oude gegevens: uit de periode 2002 tot 2004. Bovendien schuilt daarin nog een discrepantie voor de vergelijking die de NSA maakt in zijn eigen verdediging. De aangehaalde antieke cijfers – inmiddels wordt er overigens veel meer getapt door Nederlandse opsporingsdiensten – gaan namelijk over officiële tapbevelen.
Dat zijn dus afluisterpraktijken waar een rechter-commissaris vooraf toestemming voor moet geven. Eventuele geheime tapprogramma’s als waar de AIVD aan zou werken zijn logischerwijs niet bekeken. Een groot tapprogramma als PRISM van de NSA wordt achteraf getoetst door een geheime rechtbank in Washington. De geheime rechtbank FISC houdt toezicht op het tappen van geheime diensten. In Nederland wordt het al dan niet massatappen van organisaties als de NSO overigens gemonitord door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Alles bij de bron; Webwereld