Het toezicht op de geheime diensten is onvoldoende in nieuwe plannen van minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA). Dat zei de Raad van State vrijdag in een advies aan kabinet. In de nieuwe wet staat uitgebreid omschreven wat de inlichtingendiensten AIVD en MIVD mogen doen en hoe zij gecontroleerd worden.

Straks mag ook communicatie over de kabel, zoals internetcommunicatie, ongericht getapt worden. Privacyvoorvechters noemen dit ‘sleepnettactiek’.

De Raad van State heeft vooral kritiek op hoe vooraf wordt gecontroleerd of een geheime dienst mag tappen. Eerst wilde Plasterk dat als minister zelf kunnen bepalen. Daar kwam hij dit voorjaar op terug na kritiek van mensenrechtenorganisaties. Een nieuwe toetsingscommissie moet vooraf haar fiat geven. Zo’n nieuwe toetsingscommissie is niet effectief genoeg, verwacht de Raad van State. Want daarin is weinig inzicht in hoe geheime diensten in de praktijk werken en welke fouten op de loer liggen.  Een nieuwe commissie die vooraf alleen de papieren werkelijkheid controleert maar geen zicht heeft op de praktijk, zal taps „nagenoeg altijd” goedkeuren, vreest de Raad van State.

De Raad van State is ook kritisch over het recht dat geheime diensten krijgen om niet-gebruikte informatie uit ‘bulkintercepties’ drie jaar te bewaren. Juist bij deze niet-gebruikte gegevens kan privacygevoelige informatie van talloze onschuldige burgers zitten. Dat soort gegevens moet op tijd vernietigd worden, vindt de Raad van State. Plasterk wil de bewaartermijn niet inkorten omdat belangrijke informatie dan verloren kan gaan.

Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer, die de wet zo belangrijk vindt dat die met voorrang zal worden behandeld.

Alles bij de bron; NRC