De kritiek van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb dat privacyregels de strijd tegen de zware en ondermijnende criminaliteit hinderen is onterecht, zo stelt Reinout Barth van Privacy Barometer.

Volgens Barth heeft de burgemeester het bij het verkeerde eind en bestaan er in het hele land regionale samenwerkingsverbanden om georganiseerde criminaliteit aan te pakken. "In deze samenwerkingsverbanden worden de gegevens waar Aboutaleb om vraagt al onderling gedeeld", zo laat hij weten.

Eerder stelde Jan Brouwer, hoogleraar bestuursrecht in Groningen, tegenover EenVandaag dat het niet klopt dat ambtenaren minder mogelijkheden hebben om gegevens uit te wisselen. "Opsporing van strafbare feiten is voor burgemeesters betrekkelijk nieuw. Je moet dat dus heel goed organiseren. Op Europees gebied hebben we daar afspraken over gemaakt, de algemene verordening. Daardoor kan je nog steeds strafbare feiten opsporen."

Ondanks de beschikbare mogelijkheden heeft minister Grapperhaus aangekondigd dat hij binnenkort een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer zal sturen om het delen van data eenvoudiger te maken. "Dit wetsvoorstel draait een belangrijk principe van privacybescherming om. Het uitgangspunt voor het gebruik en delen van gegevens gaat van "nee, tenzij noodzakelijk" naar "ja, tenzij er grote bezwaren zijn". Dit zal de overheid in staat stellen, ook burgers die nergens van verdacht worden door te lichten op afwijkend gedrag", waarschuwt Barth. Hij merkt op dat het wetsvoorstel ook veel verder zal gaan dan de aanpak van drugscriminaliteit in de Rotterdamse haven.

Alles bij de bron; Security