De recherche in Amsterdam en Rotterdam wil via een particuliere DNA-databank onbekende slachtoffers gaan identificeren. Geïnspireerd door het succes van Amerikaanse rechercheurs wil de Nederlandse politie nu ook DNA-profielen van ongeïdentificeerde doden gaan uploaden naar de particuliere databank GEDmatch.

Dat zeggen René Bergwerff, leider van het coldcaseteam Rotterdam, en Carina van Leeuwen, forensisch rechercheur bij het Amsterdamse coldcaseteam. Het gaat vooralsnog om onbekende slachtoffers die niet door een misdrijf om het leven zijn gekomen, omdat in die gevallen geen sprake is van een strafrechtelijk onderzoek.

GEDmatch is niet de enige of zelfs de grootste particuliere DNA-databank ter wereld, maar het publieke karakter maakt hem zo geschikt voor opsporing. Iedereen kan een profiel uploaden en aan de hand daarvan familieleden identificeren. 

Databanken als GEDmatch zijn ook geschikt om bijvoorbeeld verdachten in oude moordzaken op te sporen, maar dat ligt juridisch ingewikkelder. Volgens een woordvoerder van het Openbaar Ministerie is het volgens het Nederlandse Wetboek van Strafvordering niet mogelijk om in strafzaken in een particuliere DNA-databank verwantschapsonderzoek uit te voeren. De wet stamt uit de tijd dat particulier DNA-onderzoek nog niet op grote schaal plaatsvond.

Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) jeuken de handen om de nieuwe methode te proberen. Deze maand publiceert Lex Meulenbroek van het NFI samen met Diederik Aben, advocaat-generaal bij de Hoge Raad, een artikel in het vaktijdschrift Expertise en Recht.„Door de successen lijkt het DNA-verwantschapsonderzoek het recept te zijn voor het oplossen van cold cases”, schrijven de auteurs. „Dat roept de vraag op of het middel niet vaker en uitgebreider toegepast zou moeten worden.”

Alles bij de bron; NRC