Werkgevers bemoeien zich steeds meer met de levensstijl van werknemers, zien vakbonden. Dat botst regelmatig met de privacywetgeving. In de wet is geregeld dat werknemers zelf mogen bepalen hoe zij hun privéleven inrichten. Volgens werkgevers zorgt de privacywet er juist voor dat goed werkgeverschap vrijwel onmogelijk is. Die frictie tussen privacy en goed werkgeverschap zou een ‘knellend probleem’ zijn.

Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland stuurden daarom eerder deze maand een brief aan de Tweede Kamer waarin ze vroegen om versoepeling van de privacywet.

Het zou bedrijven veiliger maken als er in meer sectoren getest kan worden op alcohol of drugs. En een veilig bedrijf is onderdeel van goed werkgeverschap, betogen ze. Vakbond FNV vindt juist dat bedrijven de afgelopen jaren ‘te pas en te onpas’ alcohol- en drugstesten zijn gaan afnemen. De vakbond is in principe geen tegenstander van de testen als de veiligheid aantoonbaar in het geding is.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) deelt de zorgen van de vakbond. De toezichthouder haalde vorig jaar in een rapport hard uit naar energiebedrijf Uniper. Dat probeerde onder meer met blaastesten drugs- en alcoholgebruik aan te pakken, om zo naar eigen zeggen onveilige situaties in de kolen- en gascentrales te voorkomen. Toch was dat volgens de AP geen reden om zelfs het kantoorpersoneel aan dit soort controles te onderwerpen. Uniper moest stoppen met de testen.

Context is dus belangrijk. Dat laat ook het rookverbod zien. Een bedrijf mág bepalen dat er niet tijdens werktijd gerookt mag worden, en dat het ook niet op het terrein van het bedrijf mag. „Maar over de pauzes heeft de werkgever niets te zeggen”, zegt Van Steenbergen. „Als de baas ook roken in de pauzes belemmert doordat rokers bijvoorbeeld niet genoeg tijd hebben om in de pauze buiten het bedrijfsterrein te komen, zou de rechter dat weleens slecht werkgeverschap kunnen vinden. Dan is het gewoon werknemertje pesten.”

Alles bij de bron; NRC