De CTIVD heeft vanaf 2006 met regelmaat de omgang met verschoningsgerechtigden onder de nadrukkelijke aandacht van de diensten gebracht in onder meer (kaderstellende) toezichtsrapporten en klachtadviezen. Sinds 2013 geeft zij expliciet aandacht aan de indirecte inzet van bijzondere bevoegdheden jegens verschoningsgerechtigden. Gedane aanbevelingen zijn in bijna alle gevallen door de betrokken minister(s) overgenomen. Daarnaast wordt gewezen op de recente jurisprudentie met betrekking tot dit onderwerp en de bepalingen uit de daaruit voortvloeiende Tijdelijke Regeling. Uit het rapport blijkt dat de beide diensten in de praktijk ook thans nog tekortschieten in de omgang met verschoningsgerechtigden.

De CTIVD doet in dit rapport aanbevelingen ter voorkoming van (verder) onrechtmatig handelen...

...De CTIVD acht het wenselijk in het vervolg een onafhankelijke bindende toetsing te laten plaatsvinden als de indirecte inzet van een bevoegdheid jegens een journalist (mede) is gericht op het achterhalen van een journalistieke bron. Het gaat dan om een bindende toets voorafgaande aan het uitwerken van communicatie (of informatie daarover, bijvoorbeeld telefonieverkeersgegevens) die gegevens bevatten inzake een journalistieke bron. In die gevallen kan immers sprake zijn van een inbreuk op de journalistieke bronbescherming. 

De CTIVD beveelt de ministers aan voor de resterende looptijd van de Tijdelijke Regeling deze aanvullende waarborg van toepassing te verklaren, respectievelijk aan te geven dat de onder hen ressorterende diensten zich daarnaar zullen gedragen. Daarenboven beveelt de CTIVD de ministers aan een naar strekking gelijke bepaling, analoog aan de regeling die geldt voor advocaten, op te nemen in het thans in parlementaire behandeling zijnde wetsvoorstel voor een nieuwe wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten. Zij verwijst hiervoor naar haar Zienswijze op de Wiv 20.

Alles bij de bron; RijksOverheid