Wij allen genereren data. Die laten we analyseren met algoritmes - opdat we gelukkiger en langer leven. Maar dat 'dataïsme' is een religie met zwarte kantjes. Dat is de waarschuwing van Yuval Noah Harari in zijn nieuwe boek 'Homo Deus'.

Het dataïsme verklaart dat het universum bestaat uit datastromen en dat de waarde van elk fenomeen en elke entiteit wordt bepaald door de bijdrage daarvan aan de dataverwerking. Voor politici, zakenlieden en consumenten heeft het dataïsme baanbrekende technologieën en verbluffende nieuwe vermogens in de aanbieding. Het belooft wetenschappers en intellectuelen de wetenschappelijke heilige graal waarnaar we al eeuwen op zoek zijn: één overkoepelende theorie die alle wetenschappelijke disciplines met elkaar verbindt. Volgens het dataisme zijn de Vijfde Symfonie van Beethoven, een beursbubbel en het griepvirus alle drie dataflowpatronen die met dezelfde basisconcepten en middelen geanalyseerd kunnen worden.

Door de menselijke beleving gelijk te stellen aan datapatronen ondermijnt het dataïsme onze primaire bron van autoriteit en zingeving en luidt het een religieuze omwenteling in van het soort dat niet meer is aanschouwd sinds de achttiende eeuw. De verschuiving van een homocentrisch naar een datacentrisch wereldbeeld wordt niet alleen een filosofische revolutie, maar ook een praktische. Alle echt belangrijke revoluties zijn praktisch. Het dataïstisch idee dat organismen algoritmen zijn is belangrijk om de praktische, alledaagse consequenties ervan. Ideeën kunnen de wereld alleen veranderen als ze ons gedrag veranderen...

...Momenteel worden de meeste algoritmen natuurlijk geschreven door menselijke hackers. Maar de echt belangrijke algoritmen - zoals het zoekalgoritme van Google - worden ontwikkeld door gigantische teams. Elk lid kent maar één stukje van de puzzel en niemand begrijpt het hele algoritme helemaal.

Bovendien komen er met de opkomst van machine learning en kunstmatige neurale netwerken steeds meer algoritmen die zelfstandig evolueren, zichzelf verbeteren en leren van hun fouten. Ze analyseren astronomische hoeveelheden data, veel meer dan een mens ooit zou aankunnen, en leren patronen te herkennen en strategieën toe te passen die de menselijke geest volkomen ontgaan. Het basisalgoritme zal misschien nog ontwikkeld worden door mensen, maar naarmate het groeit, gaat het zijn eigen weg en betreedt het paden waar geen mens ooit is geweest - en waar geen mens ooit zal kunnen komen...

...Het dataïsme heeft enorm goede vooruitzichten, omdat het zich momenteel over alle wetenschappelijke disciplines verspreidt. Een overkoepelend wetenschappelijk paradigma kan heel makkelijk een onbetwistbaar dogma worden. Het is heel moeilijk om een wetenschappelijk paradigma te betwisten, maar het is nog nooit voorgekomen dat één paradigma werd geadopteerd door de hele wetenschappelijke wereld. Wetenschappers uit de ene discipline konden dus altijd ketterse inzichten van buitenaf importeren. 

Maar als iedereen, van musicologen tot biologen, hetzelfde dataistisch paradigma overneemt, zullen interdisciplinaire excursies dat paradigma alleen maar kunnen versterken. Zelfs als het paradigma niet klopt, dan nog zal het dus uiterst moeilijk zijn om je ertegen te verzetten.

Alles bij de bron; Trouw