In de krant van 1 juni stond een artikel over een ontslagen CBR-adviseur aangehouden wegens rijden onder invloed in privétijd, nadat hij een ernstig ongeval had veroorzaakt. Dat had hij verzwegen voor zijn werkgever.

Volgens de kantonrechter stond de werkgever daarom in zijn recht om de persoonlijke gegevens op te vragen van de werknemer, zonder diens toestemming. De werknemer had zich immers moeten realiseren dat hij een voorbeeldfunctie bekleedde en dat hij moest voldoen aan hoge integriteitseisen. De kantonrechter liet waarheidsvinding prevaleren boven privacywetgeving.

Daardoor werd de werknemer vogelvrij verklaard.

Werknemers die in privétijd alcohol of drugs gebruiken, kunnen zich in vergelijkbare omstandigheden verweren op grond van het recht op privacy, conform artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De uitwisseling van medische gegevens kan dan alleen met een machtiging van de werknemer. Hetzelfde geldt voor het uitvoeren van alcohol en drugstesten. Dat wordt gezien als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer conform artikel 10 (privacy) en 11 (lichamelijke integriteit) van de Grondwet.

Werkgevers hebben – op grond van de cao – de mogelijkheid om gebruik en bezit van alcohol en drugs op de werkplek te verbieden. Als een werkgever een regeling daarover wil uitvaardigen, behoeft dit instemming van de ondernemingsraad.

Een positief testresultaat zou niet direct moeten leiden tot ontslag. Werknemers met problemen moeten worden geholpen.

Dr.  E

Bedrijfsarts en klinisch arbeidsgeneeskundige

Bron NRC (digi)