Bij aankomst op de luchthaven van Boston, afgelopen week, had ik de indruk dat ik partij moest kiezen: Edward Snowden, hero or traitor? Zoals wel vaker, wordt het debat in de VS sterk gepolariseerd gevoerd. Het ene kamp vindt Snowden een held, voor het andere kamp is Snowden vooral een grote landverrader.

...Een veelgehoord argument luidt: wie niets te verbergen heeft, heeft ook niets te vrezen. Maar er is iets fundamenteels mis met dit argument. Het draait de bewijslast om op een oneigenlijke manier. In een rechtsstaat ben je namelijk onschuldig, totdat je schuld wordt bewezen. De overheid mag alleen graven bij gerede twijfel. In het PRISM-tijdperk is iedereen daarentegen potentieel verdacht, totdat zijn bel- en surfgedrag het tegendeel bewijzen. 

Het is vooral verontrustend omdat de inlichtingendiensten zich vaak in de marge van de wet begeven en soms zelfs ‘over de rand van de wet gaan’, om met de voormalige minister van defensie (Hillen) te spreken. Wat voor democratische controle is er eigenlijk over dit instituut? De Kamer is terecht verontwaardigd over de mogelijke informatiestroom van PRISM naar Nederland. De minister zwijgt in alle talen, maar ieder weldenkend mens ziet dat die kans levensgroot aanwezig is.

...De juiste vraag die we ons moeten stellen is: hoeveel rechtsstaat en democratie zijn we bereid in te wisselen voor meer veiligheid? En hoeveel veiligheid kopen we daar dan feitelijk voor? Het wachten is misschien op een Nederlandse Snowden die een publiek debat hierover aanzwengelt.

Alles bij de bron; TechnischWeekblad