Persoonlijke digitale gegevens en biomedische data zijn het verdienmodel van techbedrijven. De volgende crisis zal om datamisbruik draaien...

...Een goede kandidaat voor zo’n volgende crisis is in mijn ogen privacy. Allereerst zijn er de dreigende waarschuwingen van experts, zoals mijn collega in Princeton, informaticus Arvind Narayanan. Hij betoogt dat we een veel te nauwe, technische definitie van digitale privacy hebben. Iedere maand onderzoekt hij met bots de 1 miljoen best bezochte websites. De resultaten zijn verontrustend. Zo staan er gemiddeld 25 verborgen trackers per pagina, die ongevraagd persoonlijke gegevens doorverkopen aan derden. En aan vierden en vijfden, soms oplopend tot twaalf stappen. Dit geldt voor computers, maar ook voor smartphones, digitale assistenten en slimme tv’s. Internetbedrijven laten zich geen nee verkopen.

Het schenden van privacy is voor sommige industrietakken geen onbedoeld neveneffect, maar het primaire businessmodel. Net zoals eerder de verslaving aan koolwaterstoffen of nicotine. De ongewenste effecten zijn hier onder meer de schaamteloze manipulatie van meningen, de inherente discriminatie van bevolkingsgroepen en de bevestiging van negatieve stereotypes.

Wat voor het digitale domein opgaat, geldt in de overtreffende trap voor biomedische data. Genetische informatie zegt veel meer over onszelf dan surfgedrag. En waar we op ieder moment ons internetgebruik kunnen wijzigen en zelfs totaal offline zouden kunnen gaan, is het onmogelijk om ons dna te veranderen. Als u nu een commerciële genetische test doet, moet u eigenlijk al uw nakomelingen, ook die in de verre toekomst, om toestemming vragen. Een verre achterneef kan over honderd jaar veroordeeld worden op grond van uw genetisch profiel.

De grote databedrijven weten dit natuurlijk allang, hoewel ik denk dat het succes en de winstgevendheid van persoonlijke targeting ook hen heeft verrast. Wij consumenten houden voorlopig vooral het gemak voor ogen. De bescherming van onze privacy en de nuttige toepassing van data is een publieke zaak die ons allen raakt. Maar voorlopig zien we geen protesten op het Malieveld tegen datamisbruik. En voor de politiek is het geen stemmentrekker. Maar de jongste generatie, voor wie internet en smartphones zo vanzelfsprekend zijn als benzinepompen en gaskachels voor de vorige, moet zich vast voorbereiden op het moeilijke gesprek met hun kinderen: „Papa en mama, hoe konden jullie zó dom en naïef zijn?”

Alles bij de bron; NRC