Het is een genot om een uur lang te luisteren naar de Amerikaanse journalist en auteur Adam Tanner, schrijver van het boek What Stays in Las Vegas. Hij doet daarin uit de doeken hoe bedrijven persoonsgegevens verzamelen en te gelde maken. Maar toch laat zijn lezing een gevoel van onbehagen achter. Want persoonsgegevens gaan toch wel rond, goedschiks en soms kwaadschiks, dus de oplossing is niet om te proberen dat tegen te houden. Maar wat dan wel?

...‘Bedrijven weten op dit ogenblik veel meer van u, met veel meer details en veel rijkere informatie, en ze hoeven daar aanzienlijk minder moeite voor te doen.’

Een veelzeggend voorbeeld is de site scholarship.com. Daar kun je een aanvraag doen voor een studiebeurs, en moet je van alles en nog wat over jezelf invullen, zoals geloof, seksuele geaardheid, gezondheid van je familie, enzovoorts. Vervolgens verkoopt die website de informatie aan datahandelaren. Het resultaat is terug te zie bij een aanbod van American Student Marketing. Die heeft voor grof geld een lijst in de aanbieding met 236.000 namen en emailadressen van homoseksuele, biseksuele en transseksuele studenten...

...Nogmaals, met alleen het terughoudend zijn met het weggeven van persoonsgegevens (altijd een goed advies) en meer transparantie, zoals Tanner bepleit, pakken we bovengenoemde verschijnselen niet aan. Zorg voor regulering die institutionele macht op basis van persoonsgegevens aan banden legt.

Vergelijk het met wat er gebeurt in het economisch verkeer aan mededinging, of met het in het milieu brengen van gevaarlijke stoffen. Ook dat is in het begin allemaal fout gegaan, waarop regulering uiteindelijk een soort balans heeft gecreëerd tussen de voordelen en de nadelen, die ook voortdurend wordt aangepast.

Met de persoonsgegevens moet het niet anders gaan. Mits er maar voldoende Tanners en anderen zijn die flink op het aambeeld hameren wanneer misbruik van die persoonsgegevens wordt gemaakt.

Alles bij de bron; deIngenieur