Systemen zijn wél op een privacyvriendelijke manier te ontwerpen zonder dat dit ten koste gaat van functionaliteit of bruikbaarheid. Vaak is het helemaal niet nodig met de privacy te schipperen omdat systemen anders weinig impact zouden hebben. Dat stelt Jaap-Henk Hoepman, hoogleraar Computer Science aan de universiteiten van Karlstad (Zweden) en Nijmegen.

In zijn boek ‘Privacy is Hard and Seven Other Myths, Achieving Privacy through Careful Design’ (MIT Press) legt Hoepman uit hoe je met een beter systeemontwerp tot meer privacybescherming kunt komen. 

Naast bekende mythes zoals ‘ik heb niets te verbergen’, doet hij stellingen als ‘extra privacy leidt tot minder veiligheid’. Onuitroeibaar is de gedachte dat privacy moeilijk is. Welnee, stelt privacy-expert Hoepman in een telefonische toelichting. Met een beetje moeite en aandacht kan veel privacyschade worden voorkomen. 

Hoepman beperkt zich in zijn boek tot methoden die systeemontwerpers zonder veel moeite kunnen toepassen. De auteur vertelt hoe je technisch bepaalde dingen kunt fixen. Verder bespreekt hij pseudoniemen. Ook voorbeelden van gebrekkig ontwerp, encryptie en metadata passeren de revue. Verder gaat hij in op de voordelen van het lokaal houden van persoonlijke gegevens op je eigen toestel. Identificatie is vaak niet nodig. Iemands persoonlijke eigenschappen zoals leeftijd volstaan dan. 

De auteur laat wegens ruimtegebrek een aantal privacy verhogende technieken achterwege zoals homomorfe encryptie en veilige multiparty-berekening. Er zijn behoorlijk veel niet al te ingewikkelde technieken. Doorgaans is het alleen maar een kwestie van toepassen.

Alles bij de bron; Computable