Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) denkt dat dankzij een andere manier van rapporteren vingersporen binnenkort een grotere rol kunnen spelen in de rechtszaal. Door statistiek toe te passen, kan in veel meer zaken een klein of onduidelijk vingerspoor als steunbewijs worden gebruikt door het Openbaar Ministerie.

Een onderzoeksteam van het instituut is een aantal jaar geleden gestart met een onderzoek naar identificatie op basis van vingerafdrukken.

Nu is het nog zo dat vingersporen deskundigen bij de politie een vingerspoor en een vingerafdruk matchen als er tenminste tien kenmerkende punten op beide bronnen overeenkomen.



Kansberekening

Door in rapporten met statistische kansberekening te werken, kunnen als het aan het NFI ligt vanaf volgend jaar ook sporen waarbij maar vijf overeenkomsten te vinden zijn worden ingebracht als bewijs.

Deze bewijsstukken krijgen dan een waarschijnlijkheidsratio mee, een getal waar de rechter zijn oordeel op kan baseren.
Verhoudingen

Deze ratio's gebruikt het NFI al bij het vergelijken van DNA-profielen. In een rapport staat dan bijvoorbeeld dat de kans 1 op 10 miljoen is dat het DNA op het lichaam van een vermoord persoon van iemand anders is dan van de verdachte.

 

Bron; Spits.nl

Het volledige artikel uit de printversie van de Sp!ts staat hier als document