Niet schrikken, maar ik deed laatst iets gevaarlijks, ik begon te experimenteren met gezichtsherkenning: ik uploadde portretfoto’s en de site vond in een paar seconden andere foto’s van dezelfde personen.
Van mezelf vond ik foto’s die ik kende, die ik was vergeten en die me onbekend waren. Geinig. Maar het bleek ook eenvoudig om van een gefotografeerde willekeurige man op een willekeurige foto van een anti-lockdowndemonstratie in 2020, zelfs zonder verder te zoeken, álles vinden: dat hij graag zeilt, tegen het Oekraïne-verdrag was en waar hij woont.
Kwaadaardig gebruik ligt op de loer. Wie ooit onbewust, ongewenst of onhandig met z’n gezicht op het internet is gekomen is in potentie de sjaak. Politiediensten in steeds meer landen gebruiken het om verdachten op te sporen, maar pakken nogal eens de verkeerde op. De schuldlast wordt dan in feite omgekeerd: bewijs maar dat je níét op de plaats delict was.
Het verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties dat de Kamer wil, voedt daarom een gevaarlijke ontwikkeling. Het gaat niet alleen om het einde van privacy. Na een week experimenteren met gezichtsherkenning merk ik dat ik op straat m’n hoofd weg draai als ik op de achtergrond van een foto dreig te komen. En ik bedenk dat er hier meer op het spel staat: de anonieme, onbekommerde deelname aan de publieke ruimte.
Alles bij de bron; NRC [inloggen noodzakelijk]