Er zijn al enkele jaren supermarkten bezig met het tijdig herkennen van (bekende) winkeldieven, zodat deze uit de winkel kunnen worden geweerd. Een handig middel daarbij is gezichtsherkenning. Daarbij worden camera’s in de supermarkt opgehangen die niet alleen gebeurtenissen vastleggen, maar ook via biometrische gegevens personen kunnen herkennen. Als dit systeem wordt gekoppeld aan een register van bekende winkeldieven, al dan niet in combinatie met andere winkels of supermarkten in de buurt, kan tijdig een signaal worden afgegeven als een bekende dief de winkel betreedt.
Aan dit systeem kleven echter de nodige bezwaren, waaronder de privacy van de klanten.
Recentelijk heeft de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, een brief gestuurd aan het CBL (ter verdere verspreiding onder haar leden) waarin zij ingaat op deze manier van diefstalbeperking. De AP maakt het duidelijk dat er in haar optiek heel weinig (lees: geen) mogelijkheden bestaan dat een supermarkt gezichtsherkenning toepast in zijn winkels. Het belang van de beveiliging van de winkels is daarvoor niet groot genoeg. Ter vergelijking: dat is wel zo bij een kerncentrale, vindt de AP.
De brief lijkt een teken te zijn dat de AP gezichtsherkenning (van klanten) in het vizier heeft, dus hier mogelijk verder op gaat letten.
De AP is een toezichthouder met een behoorlijke dosis bewijsdrang, wat leidt tot een ‘shoot first, ask questions later’-praktijk van handhaving. Regelmatig worden flinke boetes opgelegd voor het overtreden van de AVG. Hoewel de boetebedragen per boete zullen verschillen, kan de AP een boete opleggen tot wel 4 procent van de omzet. Met dergelijke boetes in het vooruitzicht, moet je afwegen of dat het waard is ten opzichte van de verloren omzet van de winkeldiefstal.
Mogelijk kan de Autoriteit Persoonsgegevens hier op hoger niveau, bijvoorbeeld via het CBL, van worden overtuigd.
Alles bij de bron; Distrifood