De gemeente Rotterdam moet voorzichtiger omgaan met cameratoezicht na de omstreden coronacontroles met camera-auto’s. Dat is de uitkomst van moties die de gemeenteraad donderdag heeft aangenomen na een kritisch debat. De camera-auto’s zelf worden 1 juni van de weg gehaald, heeft het college deze week al besloten. 

Zo moet het college de gemeenteraad informeren over inzet van camera’s die volgens de Autoriteit Persoonsgegevens een hoog privacyrisico hebben. Vóóraf moeten de privacyrisico’s onderzocht worden, wat bij de inzet van de camera-auto’s niet is gebeurd. Verder moet het college lokale regels opstellen voor cameratoezicht dat onder de Gemeentewet valt.

Zonder de raad te informeren, zetten de gemeente en politie vanaf 10 april twee camera-auto’s in om samenscholingen te controleren. Toen de Autoriteit Persoonsgegevens kritische vragen stelde over privacyrisico’s, werden de auto’s in stilte tijdelijk stopgezet. Pas toen de burgemeester, politiechef en hoofdofficier van justitie achteraf wettelijke regels vaststelden voor het gebruik, werden de auto’s als ‘pilot’ weer ingezet.

De inzet van de camera-auto’s viel binnen de coalitie met name verkeerd omdat wethouder Bert Wijbenga (Handhaving, VVD) het nieuws niet via de gemeenteraad, maar via De Telegraaf en talkshow Op1 naar buiten bracht. 

Het college heeft schriftelijk al toegegeven dat de raad wel geïnformeerd had moeten worden over de kritische vragen van de Autoriteit Persoonsgegevens en het tijdelijk stilzetten van de wagens. Ook wordt inmiddels een onderzoek naar de privacyrisico’s van de camera-auto’s uitgevoerd, maar dat is nog niet afgerond of bekendgemaakt. Hoeveel aanhoudingen of bekeuringen de camera-auto’s hebben opgeleverd, is ook nog niet bekend; een toegezegde evaluatie is nog niet af, volgens het college.

Alles bij de bron; NRC