Ruim 1300 keer zette de politie vorig jaar gezichtsherkenningssoftware in om verdachten op te sporen. Beelden werden door de computer vergeleken met de database van de politie met daarin foto’s van 1,3 miljoen mensen. Dik honderd keer leidde dat tot een herkenning, blijkt uit antwoorden van minister Ferd Grapperhaus van justitie op Kamervragen. 

De gezichtsherkenning is een voorbeeld van een politie die in toenemende mate technologie gebruikt als ondersteuning van het werk. De mogelijkheden zijn veelzijdig. Zo kunnen camera’s nummerplaten lezen en vergelijken met een database van gestolen auto’s, geluidsmeters proberen opstootjes in een vroeg stadium te herkennen en data-analyses bepalen waar agenten extra gaan surveilleren.

De politie gaf het Rathenau Instituut de opdracht onderzoek te doen naar de acceptatie van politiesensoren. Dat leverde een lijst met acht ‘spelregels’ op. 

  1. Bij de inzet van sensoren dient de politie zo te handelen dat het vertrouwen wekt bij burgers.
  2. Burgers willen graag helder en transparant geïnformeerd worden over de inzet van sensoren.
  3. Burgers vinden dat privacy-by-design moet worden toegepast bij de inzet van sensoren.
  4. Burgers willen niet dat de inzet van sensoren ten koste gaat van de aanwezigheid van en het contact met politieagenten.
  5. Burgers willen dat het innovatievermogen van de politie op orde is en dat de inzet van sensoren effectief gebeurt.
  6. De inzet van sensoren mag niet leiden tot discriminatie.
  7. Om de persoonlijke vrijheid te waarborgen is het belangrijk om de inzet van sensoren voor veiligheidsdoeleinden te beperken tot onveilige situaties en drukke publieke ruimtes.
  8. Bovengenoemde spelregels gelden ook voor de samenwerking van de politie met andere partijen.

Zo constateert Rathenau dat mensen de inzet van technologie op drukke plekken waar ze zich onveilig voelen meer accepteren dan op rustige locaties. Ook het type delict speelt een belangrijke rol. Gebruikt de politie bijvoorbeeld gezichtsherkenning om een overvaller te pakken, dan vinden de meesten dat goed. Gaat het om kleine overtredingen, zoals afval op straat gooien, dan gaat dat volgens veel ondervraagden te ver. 

Wie zijn de 1,3 miljoen mensen in de politiedatabase?

In principe maakt de politie foto’s van mensen die verdacht worden van een misdrijf waar minimaal vier jaar gevangenisstraf op staat. Dat geldt niet voor degenen die voor 2010 verdachte waren: toen bestond die grens van minimaal vier jaar nog niet. De foto’s worden tussen de twintig en tachtig jaar bewaard in de politiedatabase. De minister noemt die bewaartermijn te onduidelijk en zegt te kijken of het beleid moet worden aangepast. 

Alles bij de bron; Trouw & Rathenau