Het aantal politiedrones, uitgerust met camera, is in drie jaar tijd verzesvoudigd. Inmiddels vliegen er ongeveer zestig rond die de eerste negen maanden van dit jaar al bijna 800 keer zijn ingezet. In 2019 werden de drone zo’n 550 keer gebruikt.  

De politie wil de blauwe dronevloot de komende jaren uitbreiden naar ruim honderd vliegtuigjes. Sinds vorig jaar gebruikt de politie de drone ook voor de handhaving van openbare orde en veiligheid, zoals bij demonstraties. In de toekomst moet het onbemande vliegtuigje vaker soelaas gaan bieden bij opsporing van bijvoorbeeld hennepplantages in woningen.

Politiewoordvoerder Sherlo Esajas zegt te snappen dat het toenemende gebruik van drones gevoelig ligt. “Maar we houden ons aan de regels en gebruiken het als extra ogen vanuit de lucht.” Esajas benadrukt dat de politie de beelden van demonstraties live uitkijkt en niet opneemt. Volgens de politie kan de maatschappij ‘erop vertrouwen’ dat zij zich aan alle wet- en regelgeving houden met betrekking tot drone-inzet.

Jan Brouwer vindt die belofte niet genoeg. De hoogleraar recht en samenleving aan de Rijksuniversiteit Groningen ziet dat het gebruik van cameratoezicht door de politie niet goed is geregeld in de wet. Vooral bij nieuwe manieren van cameragebruik zoals nu met drones, aanvaarden we volgens Brouwer in het begin de consequenties onder het mom van: ‘de politie moet haar taak goed kunnen uitvoeren’. “Maar cameratoezicht, ook met drones, moeten we in de wet goed regelen. Inclusief precieze voorwaarden waaronder dat mag en kan.” Het rommelt nu volgens Brouwer aan alle kanten. “Het gevaar is dat demonstranten zich geïntimideerd voelen met al die camera’s, denken dat ze worden opgenomen, en niet meer durven te demonstreren.”

Volgens Bart Schermer, universitair hoofddocent privacyrecht in Leiden, neemt het risico op inbreuk van de privacy toe, naarmate de politie de drones vaker gaat inzetten zoals nu het geval is. “Als je die drones stelselmatiger inzet, wordt de inbreuk ernstiger. Ook al slaat de politie de beelden niet op, de aard van het toezicht is anders dan een agent die op straat loopt. Je ziet de agent niet meer en diegene kan jou in de hele publieke ruimte volgen.” 

Alles bij de bron; Trouw