Identificatie via gezichtsherkenning door de overheid is in China al normaal. Nu bedrijven dezelfde techniek inzetten, ontstaat er discussie: wat gebeurt er met de informatie?..

... “Doen jullie nog aan gezichtsherkenning?” vraagt de moeder aan medewerkster Tao Ying, die over de jaarabonnementen gaat. “Dat wil ik niet. Ik gebruik mijn kaart wel.” De vrouw, die haar naam niet wil geven, hoorde onlangs over de rechtszaak die hoogleraar rechten Gao Bing aanspande tegen de dierentuin. De dierentuin zou voortaan gezichtsherkenning gebruiken om abonnementhouders te identificeren. Zonder zijn toestemming, vond Gao.

De moeder bij de poortjes schrok ervan. “Ik gebruik ook geen WeChat Pay met gezichtsherkenning. Alleen als de technologie heel betrouwbaar is, zoals op het trein­station, dan vind ik het niet erg.” 

Professor Gao zwengelde met zijn verhaal in een lokale krant een debat aan dat de Chinese pers gretig volgt. Het lijkt wat laat om het nog over gezichtsherkenning te hebben. De technologie is al diep doorgedrongen in de Chinese samenleving. Wie een rood stoplicht negeert, ziet zijn gezicht verschijnen op schermen aan de overkant van de weg. Met de lift naar je appartement kan in sommige wooncomplexen alleen nog maar als de camera je gezicht herkent.

Het debat werd tot nu toe zijdelings gevoerd, stilletjes terwijl de overheid rustig haar surveillance opvoerde. Ze houdt daarbij wel rekening met de publieke opinie. De camera’s die de laatste tijd op kruispunten in Sjanghai verschijnen, tonen alleen de gezichten van overtreders. In de afgelegen stad Suqian verschijnen naast de foto’s ook namen en identiteitsnummers.

Surveillance door bedrijven is de kwestie waar het vooralsnog prille debat zich op richt. Bedrijven zijn verplicht toestemming te vragen aan hun klanten als ze gezichtsherkenning willen gebruiken. Sommige mensen, zoals de moeder bij de dierentuin, zijn bang dat bedrijven hun gezicht doorverkopen.

Alles bij de bron; Parool