Het is onduidelijk waar precies alle automatische kentekenregistratiecamera’s langs de Nederlandse wegen staan én waarom ze daar staan. Daardoor is onduidelijk of de camera’s wel op die plekken zijn toegestaan. Dat blijkt uit een rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC), een onderzoeksinstituut van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Volgens de regels mogen de camera’s alleen worden geplaatst op criminele hotspots, risicovolle locaties of plekken waar veel verkeer langsrijdt. 

Automatische kentekenregistratie (ANPR) wordt al jaren gebruikt door de Nederlandse politie. Een politiecamera boven de Nederlandse snelweg fotografeert auto’s en een computerprogramma leest automatisch het kenteken uit. De duizend camera’s, geconcentreerd in de Randstad, leggen dagelijks zo’n vijf miljoen passages vast.

Sinds 2019 mag de politie kentekens van alle automobilisten registreren en gebruiken in strafrechtelijk onderzoek. Omdat dat een inbreuk is op de privacy, is de wet streng. Zo mogen personen niet herkenbaar op de foto’s staan, mogen de registraties niet langer dan 28 dagen lang worden bewaard en moet de politie in een ‘cameraplan’ uitleggen waar de camera’s staan en waarom ze daar staan.

Alleen ontbreekt die uitleg waarom ergens een camera hangt in de cameraplannen, schrijft het WODC. Ook is van de ene camera bekend ter hoogte van welke afslag of hectometerpaal de camera hangt, maar is van ander alleen de straatnaam openbaar. Volgens het WODC bestaat de uitleg wel, maar heeft de politie dat document niet openbaar gemaakt.

Op basis van het WODC-rapport moet de Tweede Kamer dit jaar beslissen of en hoe de politie door mag gaan met het registreren van alle automobilisten. Het systeem is niet onomstreden. Burgerrechtenorganisatie Privacy First noemt het „een massale privacyschending” en kondigde vrijdag aan naar de rechter te stappen. „Dit is totaal niet noodzakelijk, volstrekt disproportioneel en bovendien ineffectief”, staat in een persbericht.

Over één aspect van het ANPR moet de Tweede Kamer volgens Van Berkel zeker een uitspraak doen. Nu moeten personen eerst onherkenbaar op de foto gemaakt worden. Toch kregen politie en Openbaar Ministerie drie keer een foto waarop personen herkenbaar waren. De politie zou graag zien dat onder bepaalde omstandigheden – bij zware misdrijven en na toetsing van een rechter-commissaris bijvoorbeeld – deze foto’s wel gebruikt mogen worden. „De huidige situatie is onwenselijk”, zegt Van Berkel. „Of je bepaalt dat foto’s in hele uitzonderlijke gevallen toch gebruikt mogen worden óf je zegt dat foto’s helemaal niet gebruikt mogen worden. Dan moeten de foto’s ook niet beschikbaar zijn, want anders wordt het wel heel aanlokkelijk om toch te kijken.”

Alles bij de bron; NRC