We leven in het tijdperk van big data. De hoeveelheid data die overheden en bedrijven verzamelen van klanten en burgers, groeit exponentieel. We worden bijna overal en voortdurend gevolgd. Door middel van cookies op websites, door onze smartphones, door camera’s in binnensteden en wifi-tracking in winkelcentra.

De verzamelde data worden ook steeds intiemer. Het gaat al lang niet meer om onze naam of woonplaats, maar veel meer om ons sociale netwerk, ons koopgedrag, onze activiteiten en bijbehorende hartslag. Met kunstmatige intelligentie kunnen er steeds meer patronen en motivaties gedestilleerd worden uit alle verzamelde data. Zoals onze voorkeuren, verlangens, overtuigingen en gezondheid.

We zijn een open boek voor overheden en bedrijven die dit graag willen gebruiken om ons gedrag te beïnvloeden: ons aan te zetten tot kopen (‘persuasion’), om niet samen te scholen in de binnenstad (‘nudging’), of ons verleiden om meer gebruik te gaan maken van een dienst en ons zo gevangen te houden (‘locked in’) in hun ecosysteem.

Met deze ontwikkelingen wordt onze (vrijwillige) keuzevrijheid steeds verder ingeperkt. Kunnen we nog wel autonoom in vrijheid beslissingen nemen? Bestaat privacy in de toekomst nog wel?

Autonomie en keuzevrijheid zijn het centrale uitgangspunt van de vrijemarkteconomie: een autonome consument die zelf in alle vrijheid kiest uit het vele aanbod, op basis van voldoende informatie. Dezelfde filosofie ligt ten grondslag aan de nieuwe privacywet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die vanaf 25 mei 2018 gehandhaafd zal worden. De gedachte is dat de burger een bewuste afweging maakt van wat zijn privacy hem waard is en wat hij ervoor in ruil krijgt...

,,,Het reguleren van ontwikkelingen die zo sterk in ontwikkeling zijn, is niet eenvoudig. Meer debat is nodig over hoe ver de overheid zou moeten gaan met het reguleren van privacy. Tot nu toe waren overheden terughoudend. Ze hebben zelf al grote moeite met het maken van de digitaliseringsslag en willen bedrijven die goed zijn in het ontwikkelen van waardevolle diensten, niet te veel in de wielen rijden en belemmeren. Wij als burgers profiteren daar immers ook van.

De bovengenoemde rechten zorgen voor een aantal harde garanties voor de privacy van burgers. Ze adresseren één punt echter nog niet: het feit dat data de olie van de digitale economie zijn en dat privacy dus geld kost. Privacy is een betaalmiddel en als we het willen behouden, zal dit geld kosten.

Als je zoveel mogelijk gebruik wilt maken van zelfregulerende marktmechanismen, dan zou je er ook voor kunnen kiezen om de prijs van privacy zichtbaar en transparant te maken. Geef burgers de mogelijkheid om te kiezen voor betaalde diensten, in ruil voor meer privacy. Misschien moet de overheid zelfs overwegen om gratis diensten te verbieden. Dat zou het speelveld van aanbieders een nieuwe impuls geven en een grote stap kunnen betekenen voor onze privacy.

Alles bij de bron; MarketingFacts