Van een verbod op cryptografie tot het openbaar maken van cryptografische sleutels. Dat is ruim vijfentwintig jaar overheidsbeleid in een notendop. Al in 1994 waren er in Nederland wetsinitiatieven om versleuteling te verbieden, en de pogingen van nationale en supranationale overheden om zich toegang te verschaffen tot de inhoud van online-communicatie zijn niet meer op één hand te tellen. Ze komen allemaal neer op hetzelfde: het paard achter de wagen spannen...

...De focus van de instanties ligt consequent in het verkrijgen van meer macht op datastromen door het technologisch mandaat uit te breiden. Daar waar de mogelijkheden die de sleepnetwet (WiV) niet voldoen, bijvoorbeeld omdat de data versleuteld wordt verzonden, bieden de cryptografische sleutels uitkomst. Vanuit het standpunt van het gezag bekeken een logische conclusie, maar het impliceert wel dat privacy kennelijk onderhandelbaar is. Dat zou het niet mogen zijn. Daarnaast zit er een dikke adder onder het gras. Nee streep dat maar door. Die adder ligt midden op het looppad en iedereen kan hem zien.

Er is veel documentatie beschikbaar over cybercriminelen en mensen met kwade intenties die veel beter samenwerken en innoveren dan de opsporingsinstanties en de technologieleveranciers.... 

....Vandaar dat het uitbreiden van een mandaat om toegang te mogen krijgen tot encryptiesleutels via een EU-resolutie een papieren tijger is, die uiteindelijk de privacybelangen van de welwillende internetters schaadt. Maar die hebben niets te vrezen, toch?

Alles bij de bron; Computable