Toen de voorzitter van de Ulu-moskee in Heemskerk begin vorig jaar wilde inloggen op de online betaalrekening kreeg hij na het intikken van de pincode, kreeg geen saldo te zien maar een ander scherm: „Uw rekening is geblokkeerd.”

Als de ABN Amro-bank wordt gebeld, zegt de klantenservicemedewerker dat de moskee maar even moet afwachten. Een paar maanden later valt er een brief door de bus. Er staat in dat er een „klantonderzoek” loopt naar de moskee. „Om u, de maatschappij en onszelf te beschermen” tegen het „financieren van terrorisme”. Voorzitter Birol houdt de brief omhoog. „Dit is hem.” Zijn stem slaat over. „Wij, terroristen?! Ik wist niet wat ik las.”

Banken zijn de afgelopen jaren veranderd in particuliere terreurbestrijders. Ze zijn door de overheid verantwoordelijk gemaakt voor het opsporen van transacties die bestemd zijn voor terroristische doeleinden. Het idee erachter is simpel: als terroristen niet aan geld kunnen komen, wordt het plegen van een aanslag een stuk lastiger. Het vinden van dat ‘terreurgeld’ is minder eenvoudig. Banken moeten daarvoor hun klanten en geldstromen doorlichten. 

Daar heeft toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) beleid voor ontwikkeld. Dat heeft een naam: „risicogebaseerd werken”. Banken moeten de achtergronden van hun klanten in beeld brengen, en daar een risicoprofiel aan hangen: een inschatting van hoe waarschijnlijk het is dat de klant terrorisme financiert. Als de bank vermoedt dat er iets mis is, volgen sancties. De naam van zo’n klant kan worden doorgegeven aan de politie, hij kan op een zwarte lijst komen of zijn bankrekening kwijtraken.

De Ulu-moskee in Heemskerk krijgt er begin 2021 mee te maken. Na ontvangst van de brief over een „klantonderzoek” wordt duidelijk dat het de bank niet specifiek te doen is om deze moskee. Dezelfde brieven worden gestuurd aan tientallen andere organisaties en bestuurders van de koepel waar de moskee bij hoort. De brieven, ingezien door NRC, staan vol gedetailleerde vragen over ogenschijnlijk reguliere overboekingen. 

In het opsporen van terrorismefinanciering laten banken zich leiden door zogeheten indicatoren: kenmerken van een verdachte klant of betaling. Op soortgelijke wijze proberen banken ook witwassen op te sporen.

Maar hoe herken je een terrorist aan zijn betaalrekening? „Niet”, zegt Marieke de Goede, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zij evalueerde in 2018 de aanpak van terrorismefinanciering voor onderzoeksinstituut WODC. De conclusie: het beleid werkt niet goed. Het uitgavenpatroon van een terrorist is nauwelijks te onderscheiden van dat van andere mensen.

Terwijl het in de praktijk dus een onmogelijke opgave is, leggen de overheid en toezichthouder DNB veel druk op banken om terrorismefinanciering te rapporteren. Het gevolg, zegt De Goede, is dat banken op vergaande manieren proberen om toch iets te vinden. Ze laten computers via algoritmes zoeken naar klanten die voldoen aan bepaalde patronen die zouden wijzen op terrorismefinanciering. Een dubieuze aanpak, vindt De Goede. „Voor je het weet, ben je onderscheid aan het maken op grond van geloofsovertuiging.”....

....Van etnisch profileren willen banken niets weten, „dat doen ze niet”, aldus de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Maar ze ziet ook dat de jacht op terrorismefinanciering nevenschade met zich meebrengt. Misschien wel te veel, zegt hoofd veiligheidszaken Yvonne Willemsen van de NVB. „We hebben met zijn allen een enorm systeem opgetuigd, maar wat is het resultaat? Is Nederland nu een stukje veiliger geworden? Ik vrees van niet.”

Alles bij de bron; NRC [Thnx-2-Niek]