Europa heeft besloten om netneutraliteit niet te regelen, dat wordt overgelaten aan de lidstaten. Matthijs van Bergen vindt dat een gemiste kans, omdat netneutraliteit een basisprincipe is van het internet.

Amerika heeft vorig jaar na vijf heftig publiek debat een regeling voor netneutraliteit aangenomen. In Europa is recent besloten om dat nog niet te doen via een centrale richtlijn die de lidstaten daartoe zou verplichten. Dat is een gemiste kans, aangezien netneutraliteit een cruciaal ontwerpprincipe is van het internet en er reeds voorbeelden zijn van schendingen, ook in Nederland, en ISP’s hun voornemens tot schending niet onder stoelen of banken steken.

De EU mikt vooralsnog alleen op transparantie en makkelijk switchen en laat een optie open voor lidstaten om minimumkwaliteitseisen te stellen. Een aardig begin, maar toch half werk.

Lees alles bij de bron: webwereld

BOF schrijft hierover:

De Europese Commissie schrijft in het rapport (PDF) dat Europese internetproviders nu al peer-to-peer filesharing en video streaming diensten beperken. Daarnaast blokkeren sommige mobiele providers internettelefonie of vragen ze daar extra geld voor. En… precies twee dagen later kondigde KPN aan dat ze extra geld ging vragen voor diensten zoals video. En al snel bleek dat Vodafone en T-Mobile volgen.

Met andere woorden: de Europese Commissie heeft geen enkel excuus om nog langer te wachten. Ze heeft al meer dan voldoende bewijs dat providers het open internet ondermijnen. En het probleem is: als we nog jaren wachten, dan zullen de afknijppraktijken van providers al zo vergevorderd zijn, dat we dat niet meer kunnen terugdraaien. Daarom moet de Nederlandse overheid nu ingrijpen en een open internet beschermen.

Gelukkig is er in Nederland een kamermeerderheid tegen de afknijpplannen van providers.