De Nederlandse Staat gaat niet in beroep tegen het vonnis van de rechter over het risicoprofileringssysteem SyRI. 

SyRI is een systeem van het ministerie van Sociale Zaken waarin persoonsgegevens van Nederlandse burgers uit allerlei overheidsdatabases worden samengevoegd en geanalyseerd met de bedoeling om sociale zekerheids-, arbeids- en belastingfraude tegen te gaan. SyRI genereert op basis van de geanalyseerde data risicomeldingen, die tot verder onderzoek kunnen leiden.

Volgens een coalitie van maatschappelijke organisaties, waaronder Stichting Platform Bescherming Burgerrechten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, vakbond FNV, Stichting Privacy First, Stichting KDVP en de Landelijke Cliëntenraad en auteurs Maxim Februari en Tommy Wieringa, vormt het systeem een bedreiging voor de rechtsstaat en moet het uit de wet worden geschrapt.

De rechtbank zette de doelen van de SyRI-wetgeving, het voorkomen en bestrijden van fraude in het belang van het economisch welzijn, af tegen de inbreuk op het privéleven die de wetgeving maakt. Volgens de rechtbank voldoet de wetgeving niet aan de 'fair balance' die het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens vereist om te kunnen spreken over een voldoende gerechtvaardigde inbreuk op het privéleven. SyRI mocht vervolgens niet meer als handhavingsinstrument worden ingezet.

"Ik heb het vonnis van de rechter bestudeerd en heb, na overleg met mijn collega's binnen het kabinet, besloten om niet in hoger beroep te gaan", zegt staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken. Van Ark wil een nieuw instrument ontwikkelen waarbij ze ook lering uit SyRI wil trekken. Hierbij zullen onder andere de Belastingdienst en het UWV worden betrokken.

Van Ark en minister Koolmees zullen later een visie op het uitwisselen van gegevens en privacy in het sociaal domein aan de Tweede Kamer presenteren.

Alles bij de bron; Security [Kamerbrief]