Onzorgvuldig omgegaan met persoonsgegevens? Vanaf 1 januari hangt daar een prijskaartje aan, dankzij de meldplicht datalekken die dan in werking treedt. En dat werd hoog tijd, zegt Brenno de Winter, expert informatiebeveiliging en privacybescherming. “Een specialegroep binnen onze samenleving selecteren, is nu makkelijker dan tijdens de Tweede Wereldoorlog.”
Het motto uit een gedicht van Adriaen Valerius (1576) lijkt actueler dan ooit: ‘O, Nederland, let op uw saeck. Bewaar, bescherm uw rechten en privilegiën.’ Burgers moeten op de barricaden voor hun privacy, een basaal recht, vindt Brenno de Winter.
“De overheid doet veel te schimmig over wat ze met al onze persoonlijke gegevens doet en wat het ons oplevert. Iemand die zegt: ‘het maakt mij niet uit of mijn gegevens op straat liggen’, wil hier niet over nadenken. Misschien vindt hij of zij het te ingewikkeld. Iemand die zegt dat privacy opgeofferd moet worden voor veiligheid, veronderstelt dat de overheid altijd een betrouwbare partner is. Maar dat weten wij beter, als geen ander.” “Kijk wat er gebeurt met ons burgerservicenummer, dat in 2007 is ingevoerd om in combinatie met het DigiD het elektronisch verkeer tussen burgers en overheid in goede banen te leiden. Daar hadden we het sofinummer al voor. Inmiddels wordt dat registratienummer voor veel meer zaken gevraagd: de zorg, je bankrekening et cetera. Is dat nodig? De overheid kan zich tegen je keren en fouten worden gemaakt, ook door een overheid.”
In het najaar van 2011 gooide De Winter eensteen in de rustige overheidsvijver met zijn actie Lektober. De hele maand oktober onthulde hij samen met Webwereld dagelijks een ICT-privacylek in een website of bij een overheidsdienst. En die ‘lekken’ waren ruim voorhanden. Die actie bracht het maatschappelijke debat in beweging en droeg bij aan de vernieuwde nieuwe Wet bescherming persoonsgegevens, waarin de meldplicht voor datalekken is opgenomen. Maar we zijn er nog lang niet...
...ondanks alle positieve ontwikkelingen zoals de Wet meldplicht datalekken, noemt De Winter de overheid nog steeds extreem techno-optimistisch. De Winter: “De overheid verzamelt steeds meer persoonsgegevens, met veiligheid als excuus. Maar de feiten om dat te onderbouwen ontbreken. De recente aanslag in Parijs is een mooi voorbeeld. Om de aanslagen te plannen, communiceerden de terroristen via sms. Nu gaan er stemmen op om het versleutelen van digitale gegevens tegen te gaan. Maar sms-berichten zijn niet versleuteld. Die berichten waren ‘openbaar’.” “Het ontbreekt de overheid, politie en veiligheidsdiensten niet aan gegevens. Als ik kijk naar de aanslagen sinds de moord op Theo van Gogh,.. waren de daders steeds in beeld bij de veiligheidsdiensten. Het ontbrak dus niet aan persoonsgegevens, maar het ging mis in de fysieke opvolging. Dat kun je alleen maar oplossen door meer mankracht ter beschikking te stellen.
Maar dat is duur. Dus roepen politici steeds om meer data. Met iedere keer als paradoxale kenmerk het opgeven van vrijheden om onze vrijheden te beschermen, zonder ook maar het begin van bewijs dat dit iets oplevert.” De Winter noemt dat ‘een schaamlap’ om hun straatje schoon te vegen als het opnieuw misgaat. Hij noemt het ook een risico. Voor ons burgers, voor ons basale recht op privacy.
Alles bij de bron; NIW