Met een kort geding tegen de Nederlandse Staat vecht privacy-organisatie Privacy First het vorig jaar ingevoerde UBO-register aan. Hierin kan iedereen achterhalen wie de 'uiteindelijke belanghebbenden' van een vennootschap of ander soort organisatie zijn. Dat gaat bijvoorbeeld om aandeelhouders van een bv die een belang van meer dan 25 procent hebben, maar ook bestuurders van stichtingen of kerkelijke organisaties vallen eronder. Privacy First wil dat het register buiten werking wordt gesteld.

Het register is bedoeld om financieel-economische criminaliteit zoals witwassen, belastingontduiking, fraude en terrorismefinanciering tegen te gaan. Maar omdat het register voor iedereen tegen betaling van 2,50 euro per keer is in te zien, zijn er vanaf de eerste plannen al zorgen over privacy. In het register staan in ieder geval de naam, de geboortemaand, het geboortejaar en de nationaliteit van UBO's (Ultimate Benificial Owners).

Volgens de privacy-organisatie is het in ieder geval niet nodig dat het register door iedereen is in te zien.  "De privacyschending die het gevolg is van het UBO-register en de openbare toegankelijkheid van gevoelige gegevens is niet proportioneel", zegt Privacy First. 

Maar de Europese Commissie eist dat juist wél. Privacy First houdt er daarom rekening mee dat de Nederlandse rechter eerst een Europese rechter vraagt de wetgeving te beoordelen. In dat geval is het zeer de vraag of er voor de deadline van 27 maart 2022 uitsluitsel is.

Alles bij de bron; NOS