Het lid Kooiman heeft Kamervragen gesteld naar aanleiding van een brief van het CBP aan de regering met de stelling dat de doorbreking van de geheimhoudingsplicht in de Jeugdwet niet goed geregeld is. Gevraagd is, onder meer, of de privacy van jeugdige cliënten op dit moment voldoende is geborgd.

 Staatssecretaris Dijkhof legt uit dat de geheimhoudingsplicht wordt doorbroken op grond van de Jeugdwet wanneer dit noodzakelijk is ten behoeve van de toegang van de jeugdige en zijn ouders tot hulp.  De staatssecretaris laat blijken niet van mening te zijn dat er sprake is van een lacune door te verwijzen naar de artikelen waarin volgens hem expliciet de mogelijkheid wordt gegeven aan jeugdhulpaanbieders om gegevens te verstrekken. Desalniettemin is er een wetsvoorstel ingediend om de grondslag voor de verstrekking verder uit te werken.

Alles bij de bron; SOLV