Minister Van Weel (JenV) reageert op het verskag van de Eerste Kamerfracties van GroenLinks-PvdA en D66 over het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten.

.... De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en D66 zijn evenwel van mening dat er parallellen zijn tussen de CTER-registraties waarnaar de Ombudsman onderzoek heeft gedaan en de handelingen in de onderhavige wet. Het gaat in beide gevallen om respectievelijk vroegsignalering en registratie van burgers die mogelijk een dreiging (gaan) vormen (CTER-registraties) en casusoverleggen waarin de aanpak van radicaliserende of geradicaliseerde personen worden besproken (onderhavige wetsvoorstel).

Wat beide trajecten gemeen hebben is dat het gaat om het verwerken en delen van zeer gevoelige informatie. Bovendien hebben burgers vaak geen weet van deze signaleringen, registratie en overleggen terwijl het feit dat zij onderwerp daarvan zijn, grote impact kan hebben op hun leven, zoals ook de Ombudsman constateert en deze leden van burgers hebben vernomen.

Eén van de conclusies van de Nationale Ombudsman in het onderzoek naar CTER-registraties is dat structureel en onafhankelijk toezicht op het CTER-proces te mager is georganiseerd. De Ombudsman concludeert: “Het proces ontbeert een structurele blik van buiten. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid goed omgaat met hun gegevens, belangen en rechten. Onafhankelijk en structureel toezicht is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Dat is des te belangrijker als burgers geen weet hebben van de verwerking van hun gegevens, zoals bij de CTER-registraties, en deze verwerking bovendien grote gevolgen kan hebben voor hun leven en dat van hun familie”. Ten aanzien van de rechtsbescherming concludeert de Ombudsman dat deze niet effectief is voor de burger....

Alles bij de bron; RijksOverheid