De Nederlandse invulling van het 'Europese Digitale Identiteit raamwerk' (EDI) bestaat niet uit één maar uit verschillende digitale portefeuilles (wallets) waaruit burgers en bedrijven kunnen kiezen voor het opslaan en tonen van hun identiteitsdocumenten. De eerste versie van de wallet krijgt de functie van een opensource-voorbeeld dat in de loop van 2023 beschikbaar moet komen.

Dat stelt staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Digitalisering in een voortgangsrapportage Europese Digitale Identiteit (pdf) die gisteren naar de Tweede Kamer is gestuurd. ...

...Voor het referentiemodel wil Van Huffelen een zo open mogelijke discussie met wetenschap, bedrijfsleven, overheden, belangenbehartigers en burgers. Er zijn in mei dit jaar al bijeenkomsten geweest en in de loop van het jaar volgen er nog meer. Vervolgens zullen prototypes in de praktijk worden getest. De staatssecretaris Digitalisering wil inventariseren in hoeverre er een risico op uitsluiting ontstaat.

Uiteindelijk moet het Nederlandse stelsel van e-wallets onderdeel worden van het ‘Europese Digitale Identiteit raamwerk’ (EDI). Dat moet ervoor zorgen dat de oplossingen die op nationaal niveau worden ontwikkeld in alle lidstaten te gebruiken zijn. Er ligt al een voorstel voor dat raamwerk maar daar heeft Van Huffelen - zo meldt ze in de voortgangsrapportage zelf - al op vier punten kritiek geleverd.

Zo is er bezwaar tegen het universele gebruik van één uniek en persistent nummer (voor de Europese identiteit van burgers en bedrijven - red). Ook moet het gebruik van wallets vrijwillig zijn. Van Huffelen heeft verder gepleit voor een opensource-aanpak, zodat het ontwerp en de werking van wallets volledig transparant zijn. Verder mogen de gegevens die in de wallet zijn opgeslagen onder geen beding worden verhandeld door de leveranciers van de wallettechnologie.

Alles bij de bron; AGConnect