De grondwet is ooit ingevoerd om de staat op gepaste afstand te houden. Nooit méér bevoegdheden voor de machthebbers en beperking van grondrechten dan noodzakelijk en alleen als het effectief is. Inmiddels is de constitutie, in de schaduw van wereldwijde dreigingen en angstbeelden, in steeds meer westerse landen vervallen tot een afleidingsmanoeuvre voor de hang naar een digitale controlestaat.
Het beeld van de ‘democratische rechtsstaat’, ontstaan sinds de onthullingen van de Amerikaanse vluchteling Edward Snowden, kent vele extremen: totalitair, angstig, onverzadigbaar. Het zijn juist de democratische rechtsstaten die onder een sluier van geheimhouding en onder het mom van ‘staatsveiligheid’ in een spierballengevecht terecht zijn gekomen met talloze slachtoffers als gevolg: wie verzamelt de grootste hoeveelheid privacygevoelige informatie over het grootste aantal onschuldige burgers?
... De transformatie van de democratische rechtsstaat in een digitale controlestaat gaat, de grondwet ten spijt, in sneltreinvaart door. Vroeger werd als de staat iets van u wilde weten middels een undercoveroperatie een microfoontje in uw slaapkamer geplaatst. In die tijd kwam nauwelijks iemand in de dossiers van de geheime diensten voor. Nu hoeven de spionnen er hun bed niet meer voor uit uit te komen.
Nog even, en iedereen die geboren wordt heeft automatisch z’n leven lang een dossier bij de internationale geheime diensten. Niet omdat we ergens van worden verdacht, maar omdat het kan. Maar wat gebeurt er als die dossiers in verkeerde handen komen?
Alles bij de bron; NRC [AboVersie]