De vernieuwde spionagewet, waartoe het kabinet volgende week een aanzet geeft, lijkt bij voorbaat achterhaald, zegt hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs. 'Ondanks alle onthullingen hebben ze geen idee wat er gaande is.' 

Komende week komt het kabinet met een reactie op de commissie-Dessens, die in december een evaluatie van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten uit 2002 presenteerde. De boodschap: de bevoegdheden moeten worden verruimd, en het toezicht moet worden vergroot. Voortaan zou alle communicatie ongericht, met digitale sleepnetten moeten kunnen worden onderschept, zegt Dessens. Jacobs ziet daar geen heil in. 'De diensten zouden juist veel gerichter moeten gaan werken.'

Zijn tweede punt van kritiek: dat de adviseurs van het kabinet niet zien dat inlichtingendiensten steeds meer in de 'eindpunten' van communicatie proberen binnen te dringen. Ze hacken computers en telefoons bij de gebruiker, en proberen in de servers van internetbedrijven te kijken. 'Die operaties worden in het rapport-Dessens niet als belangrijke trend onderkend', zegt Jacobs. 'Het lijkt wel of Dessens achteruit heeft gekeken in plaats van vooruit.'

In een reactie spreekt Stan Dessens, voorzitter van de adviescommissie voor de nieuwe wet van 'een schijntegenstelling' tussen wat hij vindt en wat Jacobs vindt. 'Wij willen net als hij dat de diensten zo gericht mogelijk werken.' Achterhaald vindt hij zijn advies niet. 'In de wet staat al dat de activiteiten van de diensten proportioneel moeten zijn. Als je dat goed interpreteert, betekent dat ook dat je voorzichtig moet zijn met hacken.'

Alles bij de bron; Volkskrant [Thnx-2-Niek]