De Nederlandse politie blijft voorlopig data bewaren die eigenlijk onder de Wet politiegegevens verwijderd zou moeten worden. Een wetsaanpassingsvoorstel dat in de eerste helft van 2025 overwogen moet worden, zou de bewaartermijn van deze gegevens nog kunnen beïnvloeden.
Dat zegt minister Van Weel van Justitie en Veiligheid in een antwoord op Kamervragen van GroenLinks-PvdA en DENK.
Ergens in de eerste helft van 2025 moet een wetsvoorstel 'in consultatie gegeven' worden, waarbij via de Raad van State wordt onderzocht of er juridische grond is om specifiek artikel 14 van de Wpg aan te passen en de bewaartermijn langer te maken, rekening houdend met Europeesrechtelijke en grondwettelijke regels.
Ferdinand Grapperhaus erkende in februari 2019 als toenmalige minister van Justitie en Veiligheid tegenover de Tweede Kamer dat de politie bepaalde gegevens langer bewaart dan eigenlijk is toegestaan. Hij steunde in die maand namelijk de beslissing van de korpschef om gegevens langer te bewaren voor cold cases; de wettelijke maximale bewaartermijn zou niet lang genoeg zijn.
Deze beslissing werd gemaakt omdat het volgens Van Weel toen de bedoeling was dat de Wpg uit 2008 herzien zou worden. Kabinet-Rutte IV uit 2022 zou hier echter geen financiële middelen beschikbaar voor hebben gemaakt, waardoor het systematisch te lang bewaren van gegevens vooralsnog van toepassing is.
Verschillende Nederlandse opsporingsdiensten blijken zich vaker niet aan de Wpg te houden. Boa's, de douane en de politie kwamen eerder in opspraak vanwege handelingen die in strijd zijn met de wet. Van Weel erkent dat de politie nog steeds niet compliant is met de Wpg.
Alles bij de bron; Tweakers