Ggz-patienten weten niet altijd met wie hun gegevens worden gedeeld. Dat laat minister Helder voor Langdurige Zorg weten. Sinds 1 juli vorig jaar ontvangt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) informatie over gedeclareerde zorgprestaties inclusief de informatie die bij de declaratie op de factuur moet worden vermeld zoals het gekozen zorgvraagtype en de DSM-diagnosehoofdgroep.

Psychiaters, psychologen en andere zorgverleners zijn verplicht om deze informatie aan te leveren. Vanaf 1 juli dit jaar zijn behandelaars verplicht om ook de antwoorden op de HONOS+-vragen door te geven. 

De Autoriteit Persoonsgegevens deed onderzoek naar het plan en stelde afgelopen december dat het, mits enkele beperkingen, mag plaatsvinden. Naar aanleiding van de verplichting om de HONOS-gegevens te delen stelde de VVD-Kamervragen.

Zo wilden VVD-Kamerleden Rajkowski en Van den Hil onder andere weten of ggz-cliënten en -patiënten weten wie de verstrekte gegevens in kan zien. "Het is niet altijd bekend bij cliënten en patiënten welke gegevens met wie worden gedeeld", laat de minister daarop weten.

De NZa werkt inmiddels aan een informatiefolder om cliënten en patiënten te informeren. "Zo kunnen cliënten en patiënten beter kiezen of zij de informatie willen delen", voegt Helder toe. De minister stelt verder dat dat een beperkt aantal medewerkers van de NZa toegang tot de gegevens krijgt en er gebruik wordt gemaakt van logging om bij te houden wie de gegevens opvraagt en wanneer.

Alles bij de bron; Security