Op 1 april 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) in vier zaken geoordeeld over verzoeken om immateriële schadevergoeding bij een privacy-inbreuk. In alle zaken komt de Afdeling tot het oordeel dat sprake is van een schending van de AVG. Het verzoek om schadevergoeding wordt in vier zaken afgewezen. De Afdeling heeft hierin uitvoerig stilgestaan bij de beoordeling van dergelijke verzoeken.

In deze blog gaan we in op de bevoegdheid van de bestuursrechter bij een verzoek om schadevergoeding. Vervolgens geven we aan welke vuistregels zijn af te leiden uit de uitspraken van de Afdeling ten aanzien van immateriële schadevergoeding bij een privacy-inbreuk.

Alles bij de bron; BinnenlandsBestuur