Het moet nog makkelijker worden gegevens tussen overheidsinstanties uit te wisselen voor fraudebestrijding, aldus minister Opstelten. Desnoods moet nieuwe wetgeving die ruimte creëren.
De gemeente die bij het Kadaster controleert of iemand vastgoed op zijn naam heeft staan, kijkt of er niet érg veel bewoners op een adres staan ingeschreven, adressen bij het UWV controleert of adresgegevens van 'bijzondere' huishoudens met de Belastingdienst uitwisselt; het kan allemaal en het gebeurt steeds vaker. Maar de mogelijkheden voor uitwisseling van gegevens voor het bestrijden van fraude (met identiteit, toeslagen, uitkeringen et cetera) moeten beter, stelt minster Opstelten van Justitie in een brief die hij mede namens de meeste van zijn collegaministers aan de Kamer heeft gestuurd...
...Hij heeft daaarbij twee sporen voor ogen. Ten eerste zal worden geïnventariseerd aan welke gegevensuitwisseling behoefte is om gefingeerde dienstverbanden, faillissementsfraude, identiteitsfraude en notoire fraudeurs te kunnen bestrijden. Het andere spoor is juridisch van aard: 'Ten tweede wordt voor generieke knelpunten waarvan wordt vastgesteld dat die alleen met wetgeving zijn op te lossen een verkenning uitgevoerd naar een kaderwet voor de gegevensuitwisseling op het bredere terrein van fraudebestrijding, in plaats van de noodzakelijke maar steeds afzonderlijke wijzigingen van specifieke wetten.
Deze verkenning is najaar 2014 gereed. Het kan hierbij gaan om zowel toezicht, handhaving als opsporing, inclusief de mogelijkheden om op verkennende wijze fraudepatronen te onderkennen.' ...Het delen van gegevens heeft ook een preventieve functie. In veel gevallen kunnen verdachte gegevens worden gesignaleerd en kan een overtreding al ‘aan de digitale poort’ worden voorkomen. Dit geldt zowel voor individuele overheidspartijen als voor de gehele keten van instanties. Het is daarom zaak de mogelijkheden van gegevensuitwisseling en daarmee controle vooraf optimaal te benutten.'
Alles bij de bron; BinnLandsBestuur