Begin september had de AIVD enkele critici van de dienst uitgenodigd voor een openbare bijeenkomst in de Rolzaal van de Ridderzaal. Ze mochten hun licht laten schijnen over de parlementaire controle op het werk van de geheime dienst. Het werd een bijeenkomst vol onbehagen.

„De dienst krijgt niet het tegenspel en publieke debat dat hij verdient”, zo vatte oud-GroenLinks-leider Femke Halsema, dat gevoel samen. Dat er juist grote behoefte is aan zo’n publiek debat, blijkt volgens haar uit de steun voor een referendum over de nieuwe wet op de inlichtingendiensten. 

Halsema en andere sprekers schetsten een decor waarbij de AIVD door nieuwe wetgeving meer mogelijkheden krijgt om chats, e-mail en ander internetverkeer in te zien. Waarbij de diensten groeien als kool. En waarbij de invloed van de AIVD binnen het staatsapparaat toeneemt, bijvoorbeeld bij de voorbereiding van ingrijpende besluiten, zoals het afnemen van iemands Nederlanderschap. Daartegenover staat een verkleining van de commissie die parlementaire controle uitoefent, de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD). Het lidmaatschap van deze ‘commissie stiekem’, zoals ze bekendstaat, met daarin de fractieleiders, is onlangs beperkt tot vijf partijen. Bovendien krijgt de commissie concurrentie van technocratischer toezichtsorganen zoals de CTIVD en de nog op te richten TIB (Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden).

In haar kritiek krijgt Halsema vandaag bijval van VVD-prominent Johan Remkes. In een terugblik op de periode 2002-2007 zegt Remkes: „Het debat van de commissie stiekem was, in elk geval in de tijd dat ik minister was, lang niet diepgravend genoeg.” De fractieleiders hebben een, voor hen, onnatuurlijke rol: ze luisteren vooral.

„De bijeenkomst heeft – of had in elk geval in mijn tijd – het karakter van een briefing”, vertelt oud-AIVD-chef Van Hulst. „Er worden door de minister en het diensthoofd mededelingen gedaan en geheime informatie gegeven over incidenten en gebeurtenissen en wat de dienst daar vervolgens aan doet. Fractieleiders vragen om verduidelijkingen en detailleringen van die geheime informatie. Maar als het gaat om informatie waarvan ministers en fractieleiders vinden dat die thuishoort in publieke debat, zullen zij daarover niet in de commissie stiekem discussieren.”

Kritiek op de commissie stiekem is er al veel langer. Volgens Halsema en Remkes is het daarom tijd nu eindelijk eens stappen te zetten. Beiden pleiten er voor om de fractieleiders in de commissie te vervangen door fractiespecialisten die zijn te vertrouwen en kennis van zaken hebben. Remkes zegt over een nieuwe bemanning van de commissie stiekem: „Het moeten fractieleden zijn die betrouwbaar zijn, kennis van zaken hebben, en die betrokkenheid tonen bij het reilen en zeilen van de dienst. Die kunnen dan hun fractieleiders adviseren als die in het openbaar een verhaal willen houden over de dienst. De ongemakkelijkheid van de omgang met geheime informatie blijft. Maar daar zadel je dan niet meer de fractieleiders mee op.”

Alles bij de bron; NRC